152
útter,
2e afd.
30 november 1961.
Artikel 19.
1. Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie voor georganiseerd
overleg gehoord, voor twee of meer takken van dienst gezamenlijk een
dienstcommissie instellen.
2. Wanneer deze takken van dienst niet onder leiding van één hoofd zijr.
gesteld wijzen burgemeester en wethouders aan, wie als voorzitter en
wie als secretaris der commissie zal optreden. De hoofden van de tak-
ken van dienst, die niet als voorzitter zijn aangewezen, of hun plaats-
vervangers, wonen de vergaderingen der commissie bij.
3. Ten aanzien van onderwerpen, die twee of meer van de takken van
dienst gezamenlijk betreffen, wordt voor de toepassing van de artikelen
10 en 13, tweede lid, de overeenstemming vereist tussen de hoofden
van deze takken van dienst en de meerderheid van de leden der com-
missie.
4. Overigens zijn ten a.anzien van een dienstcommissie als in dit artikei
bedoeld de voorafgaande bepalingen dezer verordening voor zover mo-
gelijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat hetgeen
in die bepalingen ten aanzien van een tak van dienst is bepaald, geldt
voor de takken van dienst gezamenlijk.
Artikel 20.
Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie voor georganiseerd
overleg gehoord, een dienstcommissie opheffen.
HOOFDSTUK III
SLOTBEPALINGEN.
Artikel 21.
Deze verordening treedt in werking met ingang van een door burge-
moester en wethouders te bepalen datum.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 30 november 1961.
De secretaris,