322 30 november 1961
van de Ver- van Nederlandse Gemeenten niet voor. In feite worden de
ambtenaren op jaarsalaris en die op weeksalaris door dezelfde afgevaar-
v,lS mn verteSenwoordlgd- Wat voor zin heeft het dan om dit artikel te
handhaven En als er dan bovendien gevoeligheden liggen, is er des te
meer aanleiding" hier een streep door te halen.
Spreker is het met de heer Rutgers eens, dat het georganiseerd overleg
een vrij iog college îs. Hoewel het provinciaal personeel zeer talrijk is is
hLr nQ6en VKCenv CZC commissie voor het georganiseerd overleg dan
arlin'n^ f, ,hebben zitting een gedeputeerde met een secretaris en een
adjunct-secretans en 4 vakmensen van de organisaties en verder helemaal
geen vertegenwoordigers van de bonden. Omdat de organisaties er blijk-
PrlJS °P stellen om 2 vertegenwoordigers plus een deskundige in de
vergadermgen toe te laten, kan spreker daar wel voor voelen, maar om de
wethouder en een deel van de raad tegemoet te komen, zal spreker mïï de
voorgestelde redactie te dien aanzien akkoord gaan. Spreker zou dan gaar-
ne zien, dat wat meer gelegenheid werd gegeven voor vooroverleg tussen
e". de leden van de örganisaties, zo nodig in werktijd
omdat die deskundigen ook met elke avond vrij zijn. Dit zou een compro-
mis Kunnen zrjn.
=rv?QuQheeK Zegwaart goIooft, dat de wethouder er niet in geslaagd is
sprekers bezwaren tegen artikel 8 te ontzenuwen. Hij is er niet eens on
mgegaan. In artikel 8 en ook in deze vergadering wordt over 2 groepen
for.nc f"' Tuay 7erdCr Wordt in het hele reglement noch in de consi-
derans of artikel 1 een aanduiding aangetroffen dat die 2 groepen er zijn
vnnf t i u k komen dle gröepeii plotseling te voorschijn. In hun
voors el schnjven burgemeester en wethouders, dat zij streven naar uni-
formrteii tussen de regelingen in de verschillende gemeenten. Spreker
nogal wat vergaderingen van het georganiseerd overleg in het land
meegemaakt, maar hij is deze bepaling nergens tegengekomen. Spreker
Jraaf burgemeester en wethouders, zich nog eens ernstig te beraden of
aan sprekers bezwaren met kan worden tegemoet gekomen. Of deze ver-
niet zo^heefveefuit V°lg:ende vergadering wordt vastgesteld maakt
nr3ïnLQftreft sterkte van de vertegenwoordiging van de ambtenaren-
vak^pnto spreker er op. dat de beide vertegenwoordigers, geen
VfkmenSen,,zlJnde op org'anisatiegebied, wel eens behoefte hebben om
steun bij elkaar te zoeken. Bovendien kunnen dan de beide bedrijven in
de C0mmissie van overleg ^ertegenwoordigd zijn. Spreker dringt er ern-
stig op aan, het bepaalde în artikel 13 lid 3 te schrappen.
De heer Scheer zegt, dat het antwoord dat de heer Rutgers van de wet-
houder heeft gehad met betrekking tot artikel 1, sprekfr niet helemaal
fatiet i- h ?6 wethouder heeft alIeen gezegd, dat alle bestaande organi-
saties în het georgamseerd overleg vertegenwoordigd zijn. We leven echter
m een bewogen tijd en het zou best eens kunnen zijn, dat er een nieuwe
fftfpp?atren°rgfnlSaa 6 k,°mt en dan begint de vraag van de heer Rutgers
actueel te worden. Spreker denkt hierbij b.v. aan „de groep van 73" bii
het radiopersoneel en zo zijn er meer van dergelijke actuele voorbeelden
die spreker toch wel even te denken geven. Hij zou graag van de wethou-
der een geruststellend antwoord ontvangen.
hpfnn m°UCler fMr Van W'jk zegt' dat' wanneer het inderdaad zo is dat
bePa de vertegenwoordigers beide groepen vertegenwoordigen, al dat
waar mfr,1?,!? h°P <f,°U m°!ten staan als een onderwerp behandeld wordt
waar men uit hoofde van het onderwerp niets mee te maken heeft, daar-
door al îs opgeheven.
Wat het punt van de sterkte van de vertegenwoordiging betreft, zegt