30 november 1961 323 spreker, dat men het toch zö moet zien, dat als een bepaalde organisatie met een vertegenwoordiger van het hoofdbestuur komt dan komen er dus 3 personen dit tot gevolg zal hebben, dat ook andere organisaties zich geroepen zullen voelen om vooral niet zwakker te verschijnen dan die organisatie. Dat leidt er dus toe, dat alle organisaties met een drietal leden opkomen. Deze hoofdbestuurders zullen een bepaalde kleur hebben en dat kan ze zelfs sieren. Een deskundige ter bijstand van de voorzitter, wordt alleen uitgenodigd om zijn deskundigheid, terwijl de voorzitter geacht wordt verder niets van 's mans kleur af te weten. Dat is heel iets anders. Het college ziet, dat bij het uitbreiden van de vertegenwoordigin- gen de vergadering nog omvangrijker zal worden en dus moeilijker te han- teren zal zijn. De heer Zegwaart heeft gezegd, dat buiten artikel 8 in het reglement niet gesproken wordt van ambtenaren op jaarsalaris en ambtenaren op weeksalaris. Spreker acht dit juist. Waar het niet nodig is zijn zij niet genoemd. Alleen in artikel 8 was het nodig de onderscheiding te maken naar aanleiding van de onderwerpen die de ene groep aangaan en niet de andere. Het lijkt spreker volkomen juist geen onnodige bepalingen in de verordening op te nemen. Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Scheer inzake de toe- lating van nieuwe organisaties in het georganiseerd overleg zegt spreker, dat, als men in een reglement al wat zich in de toekomst zou kunnen voor- doen wil regelen, men er niet uit komt. Men moet uitgaan van de toestand zoals deze op het moment is. Het lijkt spreker een goed democratisch beginsel, dat, als er een nieuwe organisatie komt, zij tot het georganiseerd overleg wordt toegelaten tenzij er omstandigheden zijn die zich daar tegen verzetten en dan kan men altijd de verordening wijzigen. De heer Scheer: ,,Nu bent u gebonden". Wethouder Mr van Wijk zou ook niet weten welke redactie men zou moeten kiezen om een en ander te regelen. In een bepaald geval kan men een soort van discriminatie toepassen, maar om dit bij voorbaat al aan te geven vindt spreker onjuist. Het zou wel eens heel raar kunnen lopen maar laat men dan de besluiten nemen die op dat moment genomen moeten worden. De heer Verkouw merkt op, dat, als er een nieuwe organisatie in het leven wordt geroepen, zij altijd toelating kan vragen tot het centrale over- leg en als zij daar wordt toegelaten neemt zij automatisch deel aan het ge- organiseerd overleg van de gemeente. De heer Scheer is verbaasd dat de heer Verkouw deze opmerking maakt, want hij weet maar al te goed, dat hierover in het verleden en in zeer nabije kring grote moeilijkheden zijn gerezen. De macht van bepaalde vakorganisaties spreker noemt ze niet bij name is dermate groot, dat, wanneer zij de handen ineen slaan, iedere nieuwe organisatie buiten het overleg kan worden gehouden. Dat is de praktijk en daarom is spre- ker zo bang met deze redactie. Hiermede is n.l. de zaak afgegrendeld. Spreker zou graag willen, dat Heemstede in dit opzicht meer vrijheid zou toestaan. Wethouder Mr van Wijk is er bijna zeker van dat men dan in strijd komt met het recht van vereniging en vergadering. De Voorzitter zegt, dat de raad altijd een bestaande verordening kan wijzigen. Er kan dus niet gezegd worden, dat dit in de toekomst een wet van Meden en Perzen blijft. Spreker gelooft niet, dat het bezwaar van de heer Scheer doorslaggevend S.s. Spreker wil, naar aanleiding van de bezwaren die tegen de redactie van artikel 6 zijn ingediend, voorstellen, art. 6 als volgt te lezen: „Bij de be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 13