30 november 1961 329 Inzake de prestatiebeloning- heeft spreker een beetje angst hoe dat met de beoordeling zal lopen. De heer Kooijmans heeft gezegd en daar is spreker eigeniijk van geschrokken dat het Bureau Personeeisbeheer VNG zal worden ingeschakeld bij het bepalen van de prestatiebeloning. Spreker heeft dat niet in het voorstel van het college gelezen. Integendeel, spreker leest, dat eerst de resuitaten van het uitgebrachte advies besproken zullen worden en dat men daarna gaat kijken hoe men dit alles uit zal werken. Spreker wii de wethouder herinneren aan hetgeen hij heeft toe- gezegd in de vergadering van 24 september 1959 n.l., dat, wanneer het rapport van het Bureau Personeeisbeheer VNG over de werkclassificatie zou zijn uitgebracht, zai worden nagegaan of het ook aanvulling behoeft, eventueel door een instantie van buiten de vereniging van Nederlandse gemeenten. Spreker vraagt, hoe de wethouder denkt deze uitdrukkelijke toezegging gestand te doen. Wethouder Mr van Wijk antwoord, dat het college van mening was, dat sommige zaken in het ambtenarenreglement opnieuw moesten worden geregeld, waaraan tevens een wijziging van bepaalde toestanden is vast- geknoopt o.a. die met betrekking tot de honorering van de wachttijd. De laatst vastgestelde vergoeding is ongeveer een jaar geieden ingevoerd. Men was daar van de zijde van diegenen die deze wacht moesten betrek- ken, zeer tevreden mee. Dat in het voorstel het bedrag van 8,80 is ge- handhaafd is op zichzelf iogisch, omdat een wijziging van de vergoeding voor wachttijd niet aan de orde was. Spreker kan zich echter voorsteiien, dat, ter geiegenheid van de behandeling van meerdere wijzigingen, na verloop van een jaar de vraag onder het oog wordt gezien of dit bedrag wel een juiste honorering is gebleken. De tijd tussen de vergadering van het georganiseerd overleg en heden is voor burgemeester en wethouders tekort geweest om zich daarover breder te kunnen oriënteren. Spreker heeft inderdaad bij de behandeling van dit punt in de commissie van overleg toegezegd, dat hij wii nagaan hoe de wachttijd in naburige ge- meenten wordt gehonoreerd. Er werd n.l. in de vergadering een vrij hoog bedrag genoemd dat in een naburige gemeente werd voorgesteld maar nog niet was aangenomen. Burgemeester en wethouders zulien zich ook niet helemaal conformeren aan wat anderen doen, maar het is natuurlijk op zichzelf wel juist en logisch, dat het oordeel elders over een bepaalde zaak, toch ook wel een zekere waarde heeft. De raad behoeft dus niet te denken, dat bij aanneming van het voorstel, het daarin genoemde bedrag van 8,80 voorlopig ook ongewijzigd zal blijven. Spreker blijft dit be- schouwen als een zelfstandige kwestie die een aparte voorbereiding nodig heeft en waaromtrent op korte termijn een voorstel zal worden gedaan, dat, naar spreker aanneemt, inderdaad een verhoging van deze vergoeding voor wachttijd zal inhouden. Een tweede opmerking van de heren Zegwaart en Verkouw ging over een soort van overgangstoelage wegens het te lang uitblijven van de pres- tatiebeloning. Spreker heeft dit verzoek in het college besproken. Hij heeft die sympathie voor deze maatregel gevonden die hij daar verwachtte. Burgemeester en wethouders zullen doen wat wettelijk mogelijk is. Er zijn natuurlijk bepaalde moeilijkheden hoe men dit kan en mag doen tengevol- ge van allerlei beperkingen van rijkswege, maar naar sprekers mening kan dit wel langs de weg van een voorschot. In tegenstelüng tot de heer Zegwaart ziet spreker niet in, dat de ambte- naren bij de sportparken tussen de wal en het schip zouden zijn gekomen. Spreker blijft dit personeel heel gewoon zien als ambtenaren zonder meer, maar omdat er nu eenmaal een apart regiement met betrekking tot de sportparken bestaat, is het organisatorisch juister, dat ze daarbij worden ondergebracht. Het is dus geenszins de bedoeling, dat daar een of andere discriminerende regeling uit zou ontstaan en dan is de raad er ook nog wei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 19