330
30 november 1961
om daar eventueel de vinger op te leggen.
Ten aanzien van het beruchte kwartiertje staan naar de mening van het
co ege de zaken zo, dat, nu er een vrije zaterdag is gekomen men toch mag
aannemen dat 2 vnje dagen in de week elke mens die tot arbeid geroepen
fltter uit te voorschijn zal doen komen. Men mag toch ten aanzien
an het prestatievermogen wel iets verwachten van die vrije zaterdag-.
?f,n tweede argument is, dat men deze langere arbeid in de winter niet
behoeft te verrichten. Een derde argument is, dat burgemeester en wet-
vYlYYf f a verder mee &aan dan destijds de rijksoverheid gemeend
heeft dat moest worden gegaan, n.l. van 46 naar 45 uur per week arbeid
Na veel passen en meten en tegemoet komend aan de wensen van hen die
dit aangaat, mzake het middaguur enz. was er geen andere oplossing te
vinden wanneer men toch nog een redelijk aantal werkuren per week wil-
de overhouden. Men zegt nu wel dat die langere werktijd juist in de mooi-
van,het Jfar valt> maar het ook de tijd waarin de mens het meest
gezond îs door de vitamimserende werking van het zonlicht. Het college
ziet în dit kwartiertje geen bezwaar. Daar staat zoveel tegenover, dat zii
van oordeei zijn, dat dit geen overbelasting betekent van de mensen die
m dienst van de gemeente zijn. Het college steit derhaive de raad voor
dit kwartier te handhaven.
Komende aan de opmerkingen van de heer Kooijmans, die in de eerste
^aa's' heeft Seze&d over de overwerkvergoeding op zaterdagmiddag
en -morgen, zegt spreker, dat nu op zaterdag geen werkzaamheden worden
verncht, burgemeester en wethouders menen, dat de morgen en middag
voor overwerk gelijk behoren te worden gesteld en dat er dus geen verschfl
e oort te worden gemaakt in vergoeding. Een verhoging met 50 van
het uurloon îs naar sprekers mening het normale tarief voor overwerk op
werKaagen.
Het advies van het Bureau Personeelsbeheer VNG willen burgemeester
wethouders als een advies zien en niet als een beslissing die voor hen
hfo£meiYS' prCkfr gelooft' dat.de inpassingscommissie in de eerste plaats
heeft na te gaan of dit advies juist is dan wel correctie behoeft, omdat mis-
®chlen hler hePaalde toestanden bestaan die beter kunnen worden beoor-
dee d door de m te stellen commissie. Spreker meent, dat het niet de be-
doeling îs het Bureau Personeelsbeheer VNG bij de uitwerking van dit
alles nog verder m te schakelen. Burgemeester en wethouders geloven het
dan verder wel alleen af te kunnen.
De derde opmerking van de heer Kooijmans heeft spreker niet goed
begrepen. De mensen blijven inderdaad in de oude positie. Men kan niet
egen hen zeggen, dat zij nu zoveel moeten gaan presteren, dat zij daarin
kunnen blijven, want dan blijven zij so wie so niet. Het gaat er dus om of
m die oude positie met die oude beioning toch niet daarenboven een pres-
tatietoeslag kan worden verleend en die toeslag zal worden verleend wan-
neer de prestatie daartoe aanleiding geeft. Bij nieuwe benoemingen zal men
moeten uitgaan van de classificering van de werkzaamheden.
e lieer Rutgers heeft gesproken over het advies van het Bureau Perso-
neelsbeheer VNG. Spreker gelooft niet, dat er overwegend bezwaar bestaat
om ook nog eens een ander bureau in te schakelen wanneer b.v. zou blijken
dat m de mpassingscommissie allerlei verschillen van mening ontstaan'.
wethouders ziJn helemaal niet gebonden aan dit bureau.
Men behoeft dus geen vrees te hebben, dat burgemeester en wethouders
nooit meer van de eenmaal ingeslagen weg zullen zijn af te brengen. Het
kan zijn, dat burgemeester en wethouders nog eens aan het Bureau Perso-
neelsbeheer VNG over bepaaide punten advies vragen of ook aan andere
bureaux die de heer Rutgers dan op het oog heeft.
De heer Zegwaart zegt, dat de wethouder die kwestie van een 46- of 45
unge werkweek weer ten tonele heeft gevoerd, maar die speelt natuurlijk