30 november 1961
333
Spreker gelooft, dat er dan toch een zekere verfijning uit te voorschijn kan
komen waardoor nog meer recht kan geschieden aan diegenen wier werk
wordt beoordeeld. Een en ander betekent dus helemaal niet, dat burge-
meester en wethouders zich bij voorbaat losmaken van die adviezen en nog
eens een keer het werk gaan overdoen, maar het zal toch ongetwijfeld nodig
zijn dat het nog eens op de keper wordt bekeken.
Verder heeft de heer Kooijmans nog iets gezegd over de toeslagen die
zouden moeten worden opgevangen door de prestatiebeloning. Naar spre-
kers mening blijven ên salaris ên toeslag gelden zoals ze zijn. Bij dit alles
is toch wel het uitgangspunt geweest, dat niemand met betrekking tot de
honorering achteruit zal gaan door deze nieuwe gang van zaken. Daar
moet spreker nog eens met de heer Kooijmans over praten. Op het ogen-
blik kan spreker niet inzien.wat zijn bezwaar eigenlijk is, maar als daar iets
inzit zal spreker het natuurlijk gaarne ovememen en toepassen bij het
animeren van deze mensen om een grotere prestatie te leveren.
Spreker zegt de heer Verkouw toe, dat burgemeester en wethouders de
nog nader te bepalen vergoeding voor wachttijd zullen doen ingaan op 1
januari 1962.
De heer Zegwaart zegt, dat de wethouder er over gesproken heeft, dat
in die bepaalde groep waar spreker het zojuist over had, de mensen altljd
in teamwork bezig zijn en altijd onder toezicht van de chef staan, maar, zo
vraagt spreker, heeft de wethouder er wel eens aan gedacht dat de mensen
die achter de roltrommelvuilnisauto lopen ook in teamwork werken? Deze
mensen versjouwen per dag minstens 1400 vuilnisbakken. In een naburige
gemeente werken deze mensen in tarief. Daar brengt dit personeel beslist
niet méér bakken in de wagen dan onze mensen die zonder deze toeslag
werken. Wat betreft het in een team en het onder het oog van de directe
chef werken van ambtenaren op jaarsalaris, zegt spreker, dat dit natuurlijk
ook geldt voor gelijk personeel in andere gemeenten waar men echter wel
een langere arbeidstijd heeft en dat geldt ook voor het personeel in dienst
van rijk of provincie.
Wethouder Mr van Wijk antwoordt, dat het personeel van de reinigings-
dienst de bijzondere aandacht van burgemeester en wethouders heeft en dat
bij het college de mening bestaat, dat met betrekking tot deze mensen wel
iets meer zal moeten gebeuren.
De heer Zegwaart verheugt zich daar over.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
XXI. 10E WIJZIGING JAARWEDDEREGELING AMBTENAREN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
154. Tiende wijziging jaarwedderegeling ambtenaren.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het georganiseerd over-
leg groep ambtenaren hierover heeft geadviseerd.
De heer Zegwaart zegt, dat, wanneer A IV van het ontwerp-besluit
wordt aangenomen, de raad geen enkel inzicht meer heeft in de maatsta-
ven die voor de vergoeding voor het gebruik van eigen vervoermiddelen
door burgemeester en wethouders worden aangelegd. Spreker meent, dat
het toch mogelijk moet zijn bepaalde gradaties in de mate van het gebruik
van de vervoermiddelen vast te stellen. Spreker denkt hierbij aan een be-
perkt gebruik, een regelmatig gebruik en een intensief gebruik. Stelt men
voor deze categorieën een bepaald bedrag vast, dan heeft men in elk geval
een maatstaf. Spreker wil hier de aandacht van burgemeester en wethou-
ders en van de raad op vestigen.