30 november 1961
339
niet zal voorkomen een voorkeursrecht voor de pachters, ingeval er door
burgemeester en wethouders meerdere gelegenheid wordt gegeven om in
Groenendaal consumptieartikelen te verkopen. Het spijt spreker, dat bij de
raadsstukken niet het oude contract en het concept van het nieuwe contract
hebben gelegen, want dan had men zich misschien een beter oordeel over
deze zaak kunnen vormen. Spreker zou aan het college willen vragen of het
juist is, dat dit voor de pachters belangrijke voorkeursrecht zonder meer
door burgemeester en wethouders niet wordt verlengd. In 1947 is het ver-
versingshuis verpacht voor 3500.welke pacht in 1952 is verhoogd tot
7000.Die verhoging van de pachtprijs is toen gecompenseerd door
invoeging van het genoemde voorkeursrecht. Nu is de pachtsom weer ver-
hoogd en het voorkeursrecht zal vervallen. Spreker is van mening, dat de
argumentering van het college, waarom het dit voorkeursrecht wil schrap-
pen, uitermate ongelukkig is. Er is over dit voorkeursrecht met de pachters
een correspondentie gevoerd waarin het college gezegd heeft, dat de toon
van hun brieven niet juist was en dat burgemeester en wethouders daarom
dit voorkeursrecht niet in het nieuwe contract zouden opnemen. Dit komt
spreker voor, weinig zakelijk te zijn. Spreker stelt er prijs op, dat burge-
meester en wethouders nog eens onderzoeken of het voorkeursrecht niet
kan worden gehandhaafd.
De heer Zegwaart wil zich bij het gesprokene door de heer Rutgers in-
zake het voorkeursrecht van de pachters, aansluiten, evenals bij diens ver-
zoek aan het college om deze kwestie nog eens te willen bekijken.
De pachtsom wordt nu gesteld op 19000.b 8 van eventuele verdere
investeringen. Burgemeester en wethouders schrijven in hun voorstel, dat
de exploitatieresultaten van het verversingshuis gunstig worden beinvloed
door de gemeentelijke bemoeiingen aan het wandelbos, de hertenbaan, de
kinderboerderij en de voliêre en dat de jaarlijkse kosten van onderhoud
daarvan zijn opgelopen. Dat is allemaal wel zo, maar de aangebrachte ver-
beteringen aan de accomodatie van het verversingshuis zelf beinvloeden de
exploitatie ook.
Iedere keer dat spreker in het verversingshuis komt valt het hem op,
dat er geen centrale verwarming is en dat er ook noodzakelijk een entree
tussen de 2 uitbouwen zou moeten komen. AIs het druk is, gaat de buiten-
deur die rechtstreeks in verbinding staat met de grote zaal, vele malen open
en dan komt er een golf koude in de zaal. In de toiletten is het in de winter
gewoon om te bevriezen. Een centrale verwarming zou dan ook zeer op
haar plaats zijn en naar de mening van spreker behoort deze ook tot de
normale accomodatie van het gebouw, evenals een nieuwe entree. Als de
accomodatie zou worden gemaakt zoals ze zou moeten zijn, moeten de
pachters echter 8 per jaar van het geinvesteerde kapitaal betalen, waar-
door de pachtsom dus nog belangrijk hoger komt.
Mr Pliester zegt, dat de paehters onder het oude en nieuwe contract de
belvédêre pachten, die zij echter al jaren niet exploiteren. Spreker zou
daarom willen voorstellen, deze niet in het nieuwe contract op te nemen.
Herhaalde malen is spreker gevraagd waarom de belvédêre altijd gesloten
is. Dat is dan waarschijnlijk, omdat zij voor de pachters niet exploitabel is.
Als zij duidelijk aangeven, dat zij ten aanzien van de belvédêre geen voor-
keur meer willen hebben, is er misschien een andere gegadigde voor de
exploitatie van de belvédêre in de zomer te vinden.
Mevr. van der Meulen meent, dat, wanneer men het over de pachtvoor-
waarden heeft, men van de vraag moet uitgaan of het noodzakelijk is aan
deze pachters voorkeur te geven of dat men dit zuiver zakelijk moet bezien
en uitgaan van het standpunt dat het verversingshuis moetwordenverpacht
zoals het voor de gemeente zakelijk goed uitkomt. Spreekster gelooft dat
daar toch ook wel iets in zit.