30 november 1961 343 contract van mening kan verscbillen. Spreker stelt uitdrukkelijk en hij hoopt dat de voorzitter dit van hem wil aanvaarden, dat de argumentatie in de brief van de pachters normaal was. Burgemeester en wethouders kunnen nu wel zeggen, dat zij het daarmede niet eens zijn en dat is hun goed recht, maar het is niet juist dat zij zonder meer aannemen, dat hun uitleg van het artikel de juiste is en dat het onbehoorlijk is eenandereuitleg daaraan te geven. De tegenpartij behoeft de argumenten van burgemeester en wethouders ook niet zonder meer te aanvaarden. Het antwoord van het college, dat de pachters niet alleen de juiste toon niet kunnen vinden maar dat zij bovendien een onjuiste interpretatie van het voorkeursartikel geven en dat daarom dit artikel niet in het nieuwe contract zal worden opgeno- men, vindt spreker niet gelukkig. De Voorzitter zegt, dat de heer Rutgers niet voorleest wat de pachters aan burgemeester en wethouders hebben geschreven. De pachters schrijven n.l. „Na langdurig beraad hebben wij besloten voor deze ene maal van ons voorkeursrecht af te zien, maar wij stellen hierbij nadrukkelijk, dat wij voor de toekomst aan de naleving van het artikel in gevallen als dat van de N.V. Bovema de hand gehouden willen zien." De pachters hebben van burge- meester en wethouders een logische interpretatie van het bewuste artikel gekregen. De pachters kunnen te kennen geven, dat zij daarover willen praten maar zij moeten niet zeggen, dat zij voor deze ene keer een uitzon- dering willen toestaan doch in de toekomst pertinent hun rechten blijven eisen. Mr Rutgers zegt, dat de burgemeester blijkbaar in de gelukkige omstan- digheid verkeert, dat hij nooit een brief van een advocaat heeft gekregen. Elke brief van een advocaat eindigt n.l. met: ,,Wij behouden ons alle rech- ten voor de toekomst voor." Dit is ook de volkomen normale logische conclusie van de brief van de pachters. Indien het college daarop vlam vat, kan spreker dat niet juist vinden. De Voorzitter antwoordt, dat de heer Rutgers hem verlokt tot het zeggen van ook nog andere dingen. Er zijn vele moeilijkheden met de pachters ge- weest. Spreker gelooft daarom dat burgemeester en wethouders zeer ver- standig doen om een bepaling, die tot moeilijkheden met de pachters aan- leiding kan geven, niet meer in het contract op te nemen. Het lijkt Mr Rutgers het beste, dat bij het zoeken van een oplossing voor dergelijke kwesties burgemeester en wethouders een zeer zakelijk stand- punt innemen en niet direct vlam vatten op wat de tegenpartij aanvoert. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XXIX. BOUW VAN WONINGWETWONINGEN ENZ. RIVIERENBUURT. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 162. Bouw van 51 woningwetwoningen, 19 garages, 1 kantoor en 1 werkruimte in de Rivierenbuurt. De Voorzitter deelt mede, dat de commissies voor de volkshuisvesting en voor openbare werken zich hiermede kunnen verenigen. Mevr. van der Meulen zegt, dat haar fractie zeer verheugd is, dat bur- gemeester en wethouders kans hebben gezien met een voorstel voor de bouw van 51 woningwetwoningen te komen. De tijd dringt, zodat burge- meester en wethouders zeer snel met dit voorstel moesten komen. Ook de raad verkeert daardoor min of meer in een dwangpositie, zodat de leden niet meer de kans hebben om enkele kleine wijzigingen, die zij wel graag

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 33