30 november 1961 349 geheel. Spreker gelooft altijd nog, dat het ongewenst is om de mensen hierin vrij te laten. Mevr. Vriesendorp heeft nog gesproken over de mrichtmg van de hui- zen en heeft gevraagd of er niet een commissie is, die daarover zou kun- nen adviseren. We hebben natuurlijk onze gewone commissies waar ook dames in vertegenwoordigd zijn, die dus ook hun visie daarop kunnen ge- ven. Mevr. Vriesendorp bedoelt blijkbaar meer een aparte commissie van huisvrouwen. Mevr. Vriesendorp zegt, dat het haar gaat over de vraag of uit de be- schikbare ruimte in de huizen inderdaad alles wordt gehaald wat er door de architect uitgehaald kan worden. Spreekster denkt aan de tentoonstel- ling van het Bouwcentrum, met als onderwerp „meer doen met minder ruimte". Zij vraagt of de daar getoonde nieuwigheden ook hier worden toegepast. De heer van der Linden zegt, dat indertijd al eens een bijeenkomst heeft plaats gevonden van de wethouder van openbare werken met een huisvrou- wenvereniging die toen haar wensen ten aanzien van de indeling der wo- ningen kon kenbaar maken. Uiteindelijk bleek echter, dat men zeer ver- schillende wensen had, die in het kader van de woningwetwoningen met pasten, zodat aan de wensen niet kon worden voldaan. De Voorzitter merkt op, dat als alle wensen die naar voren worden ge- bracht zouden moeten worden verwezenlijkt, de woningen veel te duur zouden worden. Mevr Vriesendorp meent, dat een en ander helemaal niet duur behoeft te zijn. Zij doelt b.v. op een handige inrichting van de douchecel en geen te laag aanrecht. Dat zijn kleinigheden die toch wel belangrijk zijn. Spreekster vraagt of daar toezicht op is. De Voorzitter antwoordt, dat daar geen toezicht op is. Z.i. mag men toch aannemen, dat iedere architect rekening houdt met de nieuwe m- zichten en de doelmatigheid daarvan, die in de loop van de tijd m de wo- ningbouw naar voren komen. De heer van der Linden heeft bezwaar gemaakt tegen het eventueel inschakelen van slechts één aannemer. In verband met de nog beschik- bare tijd zal zo spoedig mogelijk met een aannemer tot overeenstemming moeten worden gekomen. De heer van der Linden zal begrijpen, dat, ais burgemeester en wethouders bij 1 of 2 aannemers prijsopgave vragen, zij zich zullen wenden tot aannemers die als uitermate goed en betrouw- baar bekend staan. Spreker kan de heer van der Linden niet toezeggen dat een vrije aanbesteding zal worden gehouden. Spreker hoopt, dat het feit, dat met de bouw van deze woningen vôôr 1 januari moet zijn begon- nen', voor de heer van der Linden een pleister op de wonde is. De heer Schuitenmaker heeft er de aandacht voor gevraagd, dat voor- komen moet worden, dat de riolering op een koopje wordt gelegd en dat de schoorstenen niet van kalkzandsteen worden gebouwd. Spreker gelooft niet dat de riolering op een koopje zal worden gelegd. Ten aanzien van de schoorstenen kan spreker in ieder geval mededelen, dat met opzet van artikel 120 van de bouw- en woningverordening is afgeweken, omdat dit, volgens de directeur van openbare werken, in verband met de verschil- lende soorten kachels die men tegenwoordig gebruikt, de juiste weg îs. Ir Kooijmans wijst er op, dat de schoorstenen in de woningen aan de Glip niet goed trekken juist doordat, tegen de bouw- en woningverorde- ning in, er kalkzandsteen is gebruikt. De heer Schuitenmaker„Er staan 48 huizen, waarvoor binnenkort veel zal zijn te betalen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 39