15 december 1961
463
geen enkele aanleiding aanwezig achten voor het nemen van de door
de heer Pliester gesuggereerde maatregelen.
Mr. Piiester is door het antwoord van burgemeester en wethouders wel
voor een groot gedeelte gerustgesteld nu blijkt, dat het krantenbericht
niet juist is. Hoewel spreker nog niet helemaal gerust is, is het nu niet
de tijd om daarop verder in te gaan. Men zal sprekers angst kunnen be-
grijpen, want een bank is nu eenmaal een instelling die, als men daar
geld aan leent, met dat geld wat gaat doen. Men moet bij het uitlenen van
gelden oppassen dat daarmede niet een bepaald politiek doel, althans ge-
deeltelijk, wordt beoogd. Het lenen in een vreemde valuta aan een deel
van ons eigen Koninkrijk zou spreker zeer bedenkelijk achten, gezien de
ervaringen die daarmede zijn opgedaan. Bij leningen aan Suriname is
b.v. al een paar keer geld verloren, door verandering van de waarde van
de gulden.
De Voorzitter: „Jawel, maar het krediet wordt verleend onder garantie
van de Staat der Nederlanden."
De heer Schuitenmaker heeft tot zijn genoegen gezien, dat de wacht-
huisjes bij de Amsterdamse Bank en in de Raadhuisstraat tot stand zijn
gekomen.
Spreker wijst er op, dat op de hoek van de Lanckhorstlaan het oude
gebouw ,,Lanckhorst" leeg staat. Dat dreigt nu al een object te worden
waaraan de jeugd haar aandacht besteedt. Het oude geval zal dan bin-
nenkort een ruine worden. Er is nu al een schuurtje gedeeltelijk gesloopt.
De heer Zegwaart zegt, in de afdelingsvergadering bij punt 2 een vraag
te hebben gesteld. Hij heeft toen gezegd, dat hij het niet nodig vond,
dat die vraag in het verslag werd opgenomen, maar dat hij met een mon-
deling antwoord van het college genoegen zou nemen. Spreker heeft ech-
ter daarop niets gehoord.
Wethouder Corver antwoordt, toen te hebben toegezegd, dat burge-
meester en wethouders dat zouden bekijken. Zij zijn nog niet uitgekeken.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris. Dp vnnry.îttpr
Gebouw Lanckhorst.