15 december 1961 373 Tegen de verkoop van woningwetwoningen hebben we nog grotere be- zwaren. Deze zijn met overheidssteun gebouwd voor de minst-draagkrach- tigen. Ondanks alle beperkende bepalingen bij de verkoop van deze wonin- gen aan de bewoners, welke het voor hen zeker niet aantrekkelijker maken, zal niemand kunnen voorkomen, dat de woningen in de tweede of derde hand een winstobject worden van volgende eigenaren niet-bewoners. Sociaal is dit niet aanvaardbaar. Dan blijven nog de toch ook ernstige praktische bezwaren: het mogelijk belemmeren van saneringen en het te verwachten ongelijke verzorgingspeil (de gemeente is een goede huiseigenaar). De onbewoonbaar verklaarde woningen geven na het verlaten door de laatste bewoners nog al eens aanstoot door het gebruik dat nadien door de eigenaar van deze ruimten wordt gemaakt en strekken zo het aanzien der gemeente niet tot eer. Gelukkig heeft het gemeentebestuur het nu in zijn macht, door een amendement in de wet over krotopruiming, om aan deze misstanden een einde te maken. Onze fractie hoopt, dat hiervan zonodig gebruik zal worden gemaakt. Via de onbewoonbaar verklaarde woningen kom ik op het nu onbewoonde ,,Oude Slot". Onze fractie meent zich daar haar leden op dit terrein l'eken zijn te moeten refereren aan het oordeel van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg, die wegens de waarde van de nog resterende onderdelen een behoud en herstel van de historische objecten gerecht- vaardigd acht. Nu de gemeente eenmaal een architect van buiten heeft aangetrokken, alvorens zich tot Monumentenzorg te wenden, lijkt het ons reëel, ook vêrder diens adviezen te vragen. Anders dreigt het gevaar, dat de hêle zaak vastloopt in een correspondentie over de vraag: ,,Wie zal adviseren?" Naar aanleiding van de vraag ad 15 over de Heemsteedse Sportparken ziet onze fractie toch wel bezwaren in de huidige samenstelling van het bestuur. De positie van onze burgemeester als voorzitter van de stichting vooral, lijkt ons weinig benijdenswaard. Als hoofd van de gemeente toch is zijn' functie van bestuurslid wel heel moeilijk. Het lijkt ons bijna on- doenlijk om in deze positie de ene functie van de andere te scheiden. Even moeilijk misschien nog moeilijker is de verhouding van de deskundige- ondergeschikte met zijn superieur, zowel voorzitter-medebestuurslid als burgemeester. In het verleden heeft dit zeker niet alleen remmend gewerkt, maar is ook de verhouding van de deskundige tot het hoofd der gemeente nadelig beïnvloed. Ter adstructie zij het mij veroorloofd een voorbeeld uit het verleden te noemen. De toenmalige directeur van de zwemvijvers heeft zelfs nooit de plannen voor de nieuwe zwemvijvers onder ogen gehad. Worden de hoofden van dienst wel altijd in het eerste stadium en voort- durend ingeschakeld bij grote en kleine veranderingen op hun terrein? In de hiervoren geschetste verhouding tussen de burgemeester en zijn onder- geschikte dreigt toch wel degelijk een gevaar voor een goed beleid en be- heer. Wij zijn van mening, dat de burgemeester noch de wethouders in het bestuur behoren te zitten van een stichting, die in dergelijke mate ver- bonden is aan het gemeentebestuur en er financieel in zeer hoge mate van afhankelijk is. Onze fractie zou liever het dagelijks bestuur van de ge- meente uitsluitend aan hûn kant van de tafel zien zitten. De gemeente Haarlemmermeer heeft besloten voor de exploitatie van alles op sport- gebied een „tak van dienst" in het leven te roepen. Daarvoor zal dan natuurlijk een normale commissie van bijstand uit de leden van de raad in het leven worden geroepen. Is dit mogelijk ook een oplossing voor Heem- stede Wij erkennen evenwel gaarne, dat, indien men de geschikte mensen bereid kan vinden om het bestuur van een stichting te vormen, deze stich- ting het voordeel heeft, dat de burgerij een rechtstreeks aandeel heeft in de organisatie van de sport. Dit bevordert zeer zeker de burgerzin. Men zegt wel eens, dat in een forensengemeente als Heemstede de bur-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 21