15 december 1961
379
iong'Ste tiid meer doorbreekt. En dat vind ik een niet zo kwaad ver-
schiinsel bij een wat zwakke karaktertrek van het Nederlandse volk.
Omaat de fractie-voorzitters zich, althans dit jaar, wat wilden beperken
in hun betoog, kan ik op enige punten, welke ik de laatste maanden voor
deze begroting in mijn hoofd had nu niet ingaan. Zoals een betoog over de
de grondprijs, welke discriminerend voor de particuliere bouw zou werken,
wat van Heemstede zeker niet gezegd kan worden. Een en ander over de
politiek en over andere zaken.
Alleen wil ik nog constateren, dat het voor mij veelal een verheugems îs
om in deze tijd van het jaar 's avonds door Heemstede te lopen met zijn
niet gesloten gordijnen. Wij leven toch nog huiselijk. En uit de courant
leest men af en toe dat op de meest uiteenliggende gebieden Heemsteders
een bijzondere prestatie leveren, niet in de laatste plaats jongeren. Niet
alleen op sportgebied, maar ook met culturele en andere prestaties schijnt
het niet slecht gesteld. Het is jammer, dat al deze en andere burgers, die
zeker hun woonplaats Heemstede zeer waarderen, toch zo weimg zichtbare
binding hebben, of een bepaald plaatselijk chauvinisme in de goede zm des
woords. Ondanks pogingen om hierin te stimuleren.
Ik troost mij echter met de gedachte, dat men pas waardeert wat men
had of had kunnen hebben, als men het kwijt is of het niet meer krijgen
kan. In deze overpeinzing wil ik dan de hoop uitspreken, dat m het
komende jaar het gemeentebestuur in de meest uitgebreide zin door mets
de mogelijkheid moge verstoren tot groei van enig plaatselijk saamhorig-
heidsbesef En een grote openheid van de burgers van Heemstede moge
bestaan bij contact met de anderen in hun gemeente. Verkiezingen ten
spijt. En er een neiging zal zijn om de medeburgers en de Heemsteedse
samenleving op enigerlei wijze te dienen."
Wethouder Corver zegt, dat in andere vergaderingen die hij pleegt mee
te maken het uitvoerend college altijd enig respijt krijgt om zich te be-
raden over de vragen door de geachte afgevaardigden gesteld. Die gelegen-
heid wordt hem hier niet geboden maar hij zal proberen al improviserende,
enigermate in te gaan op de vragen en opmerkingen die door de leiders
van de fracties zijn gesteld en gemaakt.
Met allen die daar over gesproken hebben, wil spreker zijn verheugenis
er over uitspreken, dat de financiële toestand van onze gemeente in dit
jaar zo belangrijk aan kracht heeft gewonnen en ook de toekomst zoveel
optimistischer kan worden bezien. In dit verband zijn enige opmerkmgen
gemaakt die van aard enigszins verschillen. De heer Rutgers heeft ge-
zegd dat hij spreker weet niet of hij daarbij de wethouder van fman-
ciën 'op het oog had aan Tijl Uilenspiegel heeft gedacht. Hij vond, dat
men er blijkbaar in het verleden aan heeft gedacht dat men nog weer eens
een andere tijd tegemoet zou gaan en meende, dat er in het financieel be-
leid van burgemeester en wethouders, in het verleden en ook in het heden,
een begrijpelijke, verantwoorde lijn zat. Hij drong er op aan, dat
burgemeester en wethouders zich niet zouden laten verleiden tot een te
gemakkelijke financiële politiek, zodat ook in minder rooskleurige tijden
de grote uitgaven die in het verschiet liggen, kunnen worden gefinancierd,
m.a.w. ,,zorg toch voor een verantwoorde reserve!" Eenzelfde geluid heeft
ook de heer Pliester laten horen. De heer Pliester zei, daarbij kennelijk op
de wethouder van financiën doelende: wees nu niet geheimzinnig met wat
u van plan, bent ten aanzien van de gemeentelijke reserves, maar noem nu
eens het streefbedrag dat u daarvoor in uw hoofd hebt. Daartussenin Iigt de
mening van de heer Verhoeven, die, evenals in vorige jaren, heeft gezegd,
dat hij de financiële situatie helemaal niet somber ziet. Spreker wil niet
zeggen, dat de heer Verhoeven heeft gezegd: ga je gang maar, alles komt
best terecht, maar hij heeft toch een wat gemakkelijker geluid laten horen.
Spreker heeft een vorige keer ook al eens tot de heer Verhoeven gezegd,
dat het achteraf gezien altijd wel heel gemakkelijk is te constateren, dat
