'■ItJB.
15 december 1961 383
i volgende vergadering waarin de planologische plannen worden behandeld,
deze zaak ter sprake brengen. Wanneer deze zaak in gezamenlijk overleg
met andere gemeenten zou kunnen worden opgelost, zouden burgemeester
en wethouders dat zeer toejuichen.
Mevr. van der Meulen heeft voorts het beleid van min. Van Aartsen aan-
gevallen. Spreker kan daaraan voorbij gaan want hij wil zich niet met de
landspolitiek bemoeien. Misschien dat een ander lid van het college dat
i wel kan doen.
Ten aanzien van de bouw van, goedkope woningen kan spreker mede-
delen, dat het niet zo is, dat burgemeester en wethouders er niet voor
zouden voelen om goedkope huizen te bouwen als daartoe een mogelijkheid
bestond. Juist deze week hebben burgemeester en wethouders de nieuwe
plannen en voorschriften voor de bouw van goedkope woningen van het
departement ontvangen. Burgemeester en wethouders zitten daarop thans
te puzzelen. Spreker heeft zo het idee, dat mevrouw van der Meulen, als
zij wist welke eisen gesteld worden en wat van de gemeenten gevraagd
wordt, niet veel belangstelling meer voor deze woningen zou hebben en
dat zij er misschien wel meer voor zou gaan voelen om de goedkope oudere
woningen voor gezinnen te bestemmen die slechts een minder hoge huur
kunnen dragen.
Mevr. van der Meulen heeft ook gesproken over de onbewoonbaar ver-
klaarde woningen. Spreker gelooft, dat het de beste oplossing zou zijn, als
de gemeente dergelijke woningen zou kopen, want wa.nneer deze woningen
blijven staan en een andere bestemming krijgen, blijven zij het aanzien
van de gemeente schaden.
De heer Pliester heeft gesproken over beter onderhoud van wegen en
woningen. Spreker kan mededelen, dat deze zaken zijn volle aandacht
hebben. Wanneer burgemeester en wethouders, in verband met de perso-
neelsbezetting, een mogelijkheid zien meer aan het onderhoud te doen, zal
dat zeker gedaan worden.
Op de vraag van de heer Pliester of, nu er 51 woningen in de Rivieren-
buurt worden gebouwd, in 1962 een toewijzing van woningwetwoningen is
te verwachten, kan spreker niet met zekerheid antwoorden. Spreker hoopt
van harte van wel, maar het grotere bouwvolume dat als gevolg van het
niet bouwen op Kennemerduin voor de gemeente vrijkwam, zal in een
volgend jaar wel weer in mindering worden gebracht.
De bouw van kleine middenstandswoningen, door de heer Pliester be-
pleit, willen burgemeester en wethouders gaarne bevorderen. In het uit-
breidingsplan Glip II zijn verschillende blokken huizen geprojecteerd die
voor premiebouw in aanmerking komen.
Wethouder mr. van Wijk is met het college dankbaar voor de woorden
van waardering en voor de goede wensen aan het adres van het college
geuit en is niet minder dankbaar voor de woorden van kritiek, duidelijk of
verholen, en vooral voor de wijze waarop die kritiek is geuit. Spreker acht
het altijd een mooie kant van, de democratie, dat er openbaarheid en ver-
antwoordelijkheid is, waarbij men er van moet uitgaan, dat dragers van
overheidsgezag ook maar mensen zijn, die alleen in samenwerking met de
medemens tot goede resultaten kunnen komen.
Sprekende in zijn functie van wethouder van de bedrijven, moet spreker
voorop stellen, dat de bedrijven uiteraard geen zelfstandig financiële poli-
tiek kunnen en mogen voeren en dat b.v. een kwestie als tarieven toch
eigenlijk gezien moet worden in het algemeen financieel beleid. Als spreker
er iets van zegt, dan wil hij constateren, dat hij in het algemeen in de
wereld meer brokken heeft zien maken door royaal te zijn dan door
zuinig te zijn. Spreker heeft nooit het onderscheid kunnen ontdekken
tussen een gemeentehuishouding en een gewone huishouding, ondanks de
theorieën van allerlei kunstenmakers niet hier aanwezig maar in het
