356
15 december 1961
vaart gekomen, of althans zichtbaar geworden. Dat verheugt ons uiter-
aard.
Ten aanzien van de zwemvijvers, het politiebureau en de uitbreiding van
het raadhuis zijn wij in het afgelopen jaar een stuk verder gekomen en dat
was vooral ten aanzien van de zwemvijvers hard nodig. Bij de be-
handeling van de vorige begroting heb ik gezegd eerst tevreden te kunnen
zijn, indien althans met de bouw van de zwemvijvers in 1961 zou worden
begonnen; dit is niet gelukt en ik zeg het nu dus sterker: ik ben bepaald
ontevreden, indien deze bouw in 1962 niet begint. De uitbreiding van het
raadhuis komt voor ons uitdrukkelijk pas nâ het zwembad: eerst moet de
Heemsteedse jeugd weer in een goed geoutilleerd bad zwemmen en daarna
zullen wij gaarne zien, dat onze ambtenaren in de ruimte gaan zwemmen.
Verder zijn wij verheugd, dat Uw college de totstandkoming van een
verkeerscommissie uiteindelijk heeft willen bevorderen. Deze commissie
zal nu vlug aan de slag moeten, want er zijn problemen te over; nog
woensdagavond vermeldden de kranten een verkeersongeval met dodelijke
afloop in onze gemeente en was in dezelfde kranten te lezen over onrust
onder de ingezetenen over het probleem der zebra's.
Ten aanzien van de woningbouw konden wij in de vorige vergadering
gelden uittrekken voor de bouw van 51 woningwetwoningen, hetgeen meer
is dan wij mochten verwachten. Onze fractie ziet met ongeduld uit naar de
toelichting op het uitbreidingsplan-in-hoofdzaak en naar het ontwerp-uit-
breidingsplan Glip II, want het lijkt ons zeer nodig, dat wij ons beraden
over de vraag op welke wijze wij Heemstede nu verder gaan volbouwen; in
de loop van de dag komt onze fractie op deze aangelegenheid zeker nog
terug.
Uw college heeft voorts de duur van deze begrotings-behandeling aan-
zienlijk verkort door op korte termijn (wij zullen het .,op korte termijn"
druk krijgen, gezien alles wat er blijkens de memorie van antwoord binnen-
kort zal geschieden) een nota toe te zeggen over de mogelijkheid van ver-
koop van gemeente-woningen aan de bewoners. Het is burgemeester en
wethouders bekend, dat de V.V.D.-fractie met dit punt heilige ernst maakt,
en dat niet alleen omdat de gemeente-financiën ermee gebaat kunnen zijn,
maar nog meer omdat iedere vergroting der mogelijkheid voor alle groepen
der bevolking om zich eigen bezit te verwerven voor ons een belang van
de eerste orde is. Uw college moge zich dus tweemaal bedenken alvorens
een nota aan de raad voor te leggen, waarin niet alle mogelijkheden op dit
chapiter grondig en met welwillende aandacht zijn onderzocht. Ik zeg dit,
hoewel wij bllj zijn met de tot dusver door Uw college ten deze onder-
nomen stappen, wij anderzijds nog niet de overtuiging hebben, dat deze
stappen met het noodzakelijke enthousiasme en met de even noodzakelijke
goede begeleidende voorlichting zijn gezet.
Naast deze woorden van waardering enkele opmerkingen van meer kri-
tische aard.
Om met een uit mijn mond meer gehoord geluid te beginnen: Het beleid
van Uw college met betrekking tot de werkclassificatie en de prestatie-
beloning en met betrekking tot de efficiëncy van het gemeentelijk appa-
raat, vervult ons met steeds groter wordende zorg. Wij hebben nu een rap-
port over de werkclassificatie, welk rapport aan de raad niet bekend is
maar dat ons wel te zijner tijd als dat rapport eerst buiten ons om met
de vertegenwoordigers der personeelsorganisaties is bekeken en bewerkt
ter inzage zal worden gegeven. Wij hebben voorts een werkclassificatie-
commissie, waarin geen raadslid zitting heeft en waarin de dienst wordt
uitgemaakt door vakbondsbestuurders en de opsteller van meergenoemd
rapport. Daarna gaan wij aan de gang met de personeelsbeoordeling, waar-
bij wederom deskundigen van het Bureau Personeelsbeheer en Organisatie
der Vereniging van Nederlandse Gemeenten zullen worden ingeschakeld,
d.w.z. de leiding zullen hebben. Nu weet de wethouder van personeelszaken