406
15 december 1961
sportparken gebeurt. De heer Rutgers heeft gevraagd, hoeveel maal per
jaar het bestuur van de stichting vergadert. Dat is echter moeilijk te
zeggen. Er vinden besprekingen plaats tussen de voorzitter en de ambte-
naar van de sport, er zijn besprekingen in het dagelijks bestuur van de
stichting en daarnaast zijn er vergaderingen van het gehele stichtings-
bestuur. Jaarlijks wordt een verslag uitgebracht waarin de raad kan lezen,
wat in de loop van het jaar door het stichtingsbestuur is gedaan. Er is
gesuggereerd, om in de eerstkomende vacatures in het bestuur leden van
de raad te benoemen. Dit kan in het college van burgemeester en wet-
houders besproken worden. Spreker blijft er bij dat alles wat in de beleids-
sector ligt, in het college van burgemeester en wethouders en ook in de
raad aan de orde komt. Spreker gelooft niet, dat de raadsleden bij het
beheer en de gewone huishoudelijke zaken van de stichting moeten worden
ingeschakeld. Het is veel beter dat in deze een vrij samenspel plaats vindt
tussen de burgerij en enkeie vertegenwoordigers van de gemeente.
Burgemeester en wethouders hebben deze week nog in hun, vergadering
de vraag behandeld of dit jaar wederom een nieuwjaarsreceptie diende te
worden gehouden. Omdat de receptie ter geiegenheid van sprekers jubi-
leum, nog zo kort geleden is, zou men zich op het standpunt kunnen
stellen, dit jaar de nieuwjaarsreceptie over te slaan. Toen is de sug'gestie
gelanceerd, hierover het oordeel te vragen van de raad. Het verheugt
spreker dat reeds 2 van de fracties hebben laten weten en door de heer
Verhoeven is dit onderstreept, dat de nieuwjaarsreceptie toch wel zeer in
de smaak valt en dat deze de burgerzin bevordert. Dat is ook sprekers
mening. Gezien deze uitspraak meent spreker te mogen aannemen, dat de
andere fracties toch ook wel voelen voor het voortzetten van deze receptie.
Spreker is er van overtuigd, dat van deze receptie in toenemende mate
gebruik zal worden gemaakt en dat zij een unieke gelegenheid is om con-
tacten te leggen tussen burgerij en gemeentebestuur. Het is sprekers be-
doeling om tijdens deze receptie gelegenheid te geven de maquette van
het raadhuis te bezichtigen.
Het lijkt spreker wel dienstig de raad een overzicht te geven van de
onderwerpen die in de vergaderingen van de samenwerkende gemeenten
aan de orde zijn gesteld. Het is natuurlijk nog te vroeg om reeds van
positieve resultaten te kunnen spreken. Die zijn er wel, maar niet zo in
het oog lopend als de raad wellicht zou hebben gewild.
De Voorzitter stelt aan de orde de behandeling van het algemeen ver-
slag van het in de afdelingen van de raad verhandelde met de memorie
van antwoord daarop van burgemeester en wethouders.
Opmerkingen van algemeene aard.
Punt 1.
De heer Verkouw meent, dat het voor de raad toch wel prettig zal zijn
te horen, dat de gemeente nog een groot bedrag aan reserve heeft, n.I.
voor de woningbouw f 374.000,aan algemene reserve 136.000,aan
bedrijfsreserve f 49.000,en aan reserve bevroren gelden uit het gemeen-
tefonds f 578.000,bij elkaar f 1.137.000,
Ter geruststelling van de heer Rutgers, die heeft gezegd dat de korting
op de uitkering uit het gemeentefonds in 1964 afloopt, wijst spreker er
op, dat het gemeentefonds wordt gevoed uit de opbrengst van de rijks-
belastingen en dat de gemeenten in de meerdere opbrengst van die be-
lastingen meedelen. Hieruit kunnen dus nog voordelen voortvloeien.
Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Verhoeven over de uit-
breiding van het eigen belastinggebied, zegt spreker, dat de Tweede Ka-
mer daar ook niet zo gelukkig mee zal zijn.
Ten aanzien van de autonomie zou spreker willen opmerken, dat de
