15 december 1961
407
raad deze toch nog heeft. De raad kan zelf nog uitmaken of hij met de
gelden de plantsoenen zal verfraaien of het raadhuis of de zwemvijvers
zal bouwen. Spreker gelooft, dat dit toch nog een heel groot goed is.
De heer Schuitenmaker zegt, dat een paar vragen van hem in het ver-
slag van de afdelingen niet tot hun recht zijn gekomen.
Op pag. 289 en 290 van de begroting komen op staat M posten voor
waarop gedurende 12 jaren niet wordt afgelost. Door deze verschoven
aflossing moet de gemeente op 2 januari 1971 ongeveer 2.600.000,in-
eens betalen. In die tussentijd is op staat L II wel afgeschreven en daar-
door geven de gemeente-rekeningen nu een te gunstig beeld. Er moet
rekening mee worden gehouden, dat er eigenlijk nog een achterstand is
in te halen. Spreker zal in een brief een nadere uiteenzetting geven.
Wethouder Corver zegt, dat de heer Verkouw er de aandacht op heeft
gevestigd, dat er verschillende reserves zijn. Spreker heeft helemaal niet
gezegd, dat die er niet waren. Dit is dus een constatering van feiten.
Het vraagpunt van de heer Schuitenmaker is alleen een kwestie hoe
t.z.t. de betaling van deze leningen opgevangen zal worden. Hij heeft ge-
zegd, dat een en ander in de begroting verborgen is. Dat is echter hele-
maal niet waar. Het staat er zeer duidelijk in. Er zijn indertijd leningen
gesloten die op een bepaalde tijd moeten worden terugbetaald. Spreker
wil dit punt nog wel uitvoerig met de heer Schuitenmaker bekijken.
Punt 2.
De heer Verkouw zegt, te hebben gevraagd hoe het staat met de in het
afdelingsverslag over de begroting 1961 genoemde kapitaalsobjecten die
nog niet zijn voorbereid, zoals verbreding en verbetering van de Valken-
burgerlaan ten bedrage van 2.000.000,en de verbetering van de Zand-
voortselaan etc. ook ten bedrage van 2.000.000,Hierover hebben bur-
gemeester en wethouders in hun antwoord gezwegen.
In de tweede plaats heeft spreker met veel genoegen uit het betoog
van de heer van Wijk gehoord, dat burgemeester en wethouders van plan
zijn, ten aanzien van de bedrijven te onderzoeken, of het mogelijk is de
administraties der bedrijven te moderniseren.
De Voorzitter antwoordt, dat in de begroting voor openbare werken een
memoriepost is opgenomen voor verbetering van het Wipperplein, Heemst,
Dreef, Valkenburgerlaan en Glipper Dreef. De verbetering van de Zand-
voortselaan zal dit jaar hoogstwaarschijnlijk niet gerealiseerd worden.
Punt 4.
De heer Scheer zegt, dat het antwoord op deze vraag hem niet hele-
maal heeft gerustgesteld. In de eerste alinea daarvan wordt gesproken
over het verlenen van rijksgoedkeuring. Spreker gaat dat argument zo
langzamerhand beschouwen als één van de 2 boemannen waar het college
zo graag mee schermt. Zojuist is er in ander verband over gesproken, dat
de plannen waarvoor rijksgoedkeuring moet worden verkregen, in ver-
schillende sectoren zijn gelegen. Dat mag zo zijn, maar spreker wil toch
zeggen, dat hier op korte termijn iets moet gebeuren. Als spreker na-
gaat wat de laatste 8 10 jaren aan utiliteitsgebouwen in Heemstede
tot stand is gekomen, dat is dat zegge en schrijve alleen de Princehof.
Daar waren bijzondere omstandigheden voor, omdat er extra geld voor
beschikbaar was. Spreker denkt, dat dit voor Den Haag toen een motief
is geweest om voor die bouw goedkeuring te geven. Er zijn in de laatste
jaren in Heemstede geen openbare gebouwen gebouwd. Dat wil spreker
het college niet verwijten, maar hij zou het college willen vragen om dit
als argument in Den Haag aan te voeren en te zeggen: wij moeten nu op
korte termijn ons politiebureau hebben. Wanneer men zonder meer af-