410
15 december 1961
prestatiebeloning betreft, nog eens zullen laten adviseren door een parti-
culier bureau. Spreker heeft nog steeds het volle vertrouwen in het bureau
van de V.N.G. omdat het zo uitermate deskundig is op het gebied van de
overheidsbedrijven. Hij zou, evenals de heer Verkouw dit gedaan heeft
willen aanraden akkoord te gaan met het inwinnen van advies bij het bu-
reau personeelsbeheer van de V.N.G. Hij voelt er niet voor om meer geld
uit te geven dan nodig is.
Mr. Rutgers stelt het wel degelijk op prijs, dat, wanneer men aan de
personeelsbeoordeiing toe is, buiten het bureau van de V.N.G., nog een
eenvoudig eenmalig advies wordt gevraagd aan een particulier bureau
over de vraag of de gemeente op de goede weg is. Hij weet, dat er ver-
schillende gemeenten zijn die advies vragen aan particuliere bureaux,
want die bureaux geven niet alleen adviezen aan particuliere bedrijven
maar juist ook aan gemeenten. De heer Verkouw heeft in dit verband de
gemeente Amsterdam genoemd. Maar het lijkt spreker bepaald niet ge-
makkelijk om de gemeente Amsterdam van advies te dienen. Zo'n advies
vindt spreker niet vergelijkbaar met een eenmalig advies over de te vol-
gen gedragslijn in Heemstede.
Spreker is dankbaar, dat de wethouder heeft gezegd, dat hij echt in
deze zaak de leiding zal blijven houden. Spreker vraagt, of de wethouder
genegen is om, als hij enigszins twijfelt of hij de goede weg wel be-
wandelt, een eenmalig advies aan een particulier bureau te vragen over
de gang van zaken zoals zij tot nu toe gevolgd wordt. Als men b.v. één
keer op een advocatenkantoor een advies haalt, kan dat nooit duur zijn.
Spreker wil zich helemaal niet nu al verbinden aan een bepaald par-
ticulier bureau. Hij is bang, dat men zich door de eenzijdige voorlichting
van één instantie, waarvan h« wel eens minder gunstige berichten heeft
gehoord, op een verkeerde weg zal begeven. Spreker zou de wethouder
willen aanraden er eens op uit te gaan. Hij hoopt, dat de wethouder een
geluid zal laten horen dat spreker bevredigt, omdat hij anders een motie
zal indienen waarbij van sprekers standpunt wordt uitgegaan.
Ir. Kooijmans is het met de heren Verkouw en Zegwaart eens, dat het
niet nodig is bij de verdienstebeoordeiing naast het bureau van de V.N.G.
nög een instantie in te schakelen.
Burgemeester en wethouders hebben zich bereid verklaard, in afwaeh-
ting van de definitieve invoering van de prestatiebeloning, een overgangs-
toelage uit te keren. Er is reeds een overbruggingstoelage van 3 en
naar spreker heeft gehoord, is het de bedoeling van burgemeester en wet-
houders deze te verhogen met 5 Wanneer een ambtenaar goed is, kan
hij komen tot 7 hoger niet. Het rijk heeft goed gevonden, dat men
hier iets bovenop kan leggen, dus gemiddeld 8 Gemiddeld 9 is in
strijd met de voorschriften van het rijk. Wanneer men een voorschot gaat
geven, loopt men vooruit op een toelage die later moet worden vastge-
steld. Spreker vindt dat gevaarlijk, omdat men dan bij de ambtenaren
bepaalde verwachtingen wekt, die men later misschien niet kan honore-
ren. Wordt de prestatiebeloning vastgesteld op 7 of minder dan moet
er terugbetaald worden en dat is altijd heel onaangenaam. Het lijkt spre-
ker veel beter, dat aan de hand van een voorlopige prestatiebeoordeling
en die kan in een maand plaats vinden een toeiage over het laatste
halfjaar 1961 wordt uitgekeerd. Die toelage is dan gebaseerd op een we-
tenschappelijk en naar vaste richtlijnen opgestelde prestatiebeoordeling.
Dan pas is een en ander goed geregeld.
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat er inderdaad naar moet wor-
den gestreefd het voorschot van 5 zo spoedig mogelijk persoonlijk
zou spreker zeggen vöér nieuwjaar, misschien voor de kerstdagen uit
te betalen. Het college is zich ten volle bewust, dat het zich in deze wel
in enige bochten heeft moeten wringen, maar het is nogal een lenig col-