15 december 1961 357 sinds jaren, dat ik op grond van door mij van deskundige zijde verkregen inlichtingen weinig vertrouwen heb >n de deskundigen van meergemeld bureau, juist ten aanzien van de uiterst tere kwestie van de personeels- beoordeling. Desondanks blijft Uw college deze weg van de minste weerstand be- wandelen. Mag ik nu van Uw college vernemen: a) op grond van welke inlichtingen U besloten hebt toch gebruik te maken van de deskundigen van voormeld bureau? b) wie deze deskundigen zullen zijn en welke opleiding zij hebben genoten om zich deze deskundigheid eigen te maken? c) hoe de voorbereiding van de personeelsbeoordeling in grote lijn zal worden aangepakt? De zorg, welke ik uitspreek, geldt in de eerste plaats onze ambtenaren, die moeten beoordelen en beoordeeld worden. Om hunnentwil moeten de voorbereidingen voor de personeelsbeoordeling zo goed mogelijk geschieden. Voorts kan een bijproduct bij deze gehele voorbereiding zijn, dat de effi- ciëncy van ons gemeentelijk apparaat wordt bekeken. Acht Uw college dit gewenst of niet? Gelooft Uw college niet met mij, dat in deze tijd van personeelsschaarste de efficiëncy zo hoog mogelijk moet worden opgevoerd en dat ook in Heemstede daaraan nog het nodige kan geschieden, zonder dat wij daarmede ook maar enigszins afdoen aan de bekwaamheid en goede wil van onze ambtenaren van hoog tot laag? In de tweede plaats heeft onze fractie zich enigermate verwonderd over de gang van zaken ten aanzien van de kantoorruimte der bedrijven. Aan het begin van dit jaar stond Uw college op het standpunt, dat met deze verbouw naar schatting een bedrag van f 200.000,was gemoeid en nu reeds na een voorlopige voorziening van f 12.000,wordt het grotere plan van de urgentielijst afgevoerd. Wij zouden het op prijs stellen iets meer omtrent de achtergrond van deze omzwaai te vernemen. Hoe ver was de architect reeds gevorderd met de uitvoering van zijn opdracht om een plan te ontwerpen en welke kosten zijn daaraan voor de gemeente ver- bonden geweest? In de derde plaats is het beleid van burgemeester en wethouders ten aanzien van het „Oude Slot" ons uit de memorie van antwoord allerminst duidelijk geworden. Het dreigt een slepende kwestie te worden. Begrijp ik het goed, dat thans de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voor het Oude Slot dezelfde functie vervult als de U.N.O. voor de kwestie Nieuw Guinea? Ik zou dan willen opmerken, dat het zelfbeschikkingsrecht van de slot- bewoners gelukkig geen rol speelt en dat Heemstede zich dus eenvoudiger uit deze kwestie kan terugtrekken. Ik weet echter niet zeker of ik op dit punt wel namens mijn gehele fractie spreek. Last but not least: In het totaal van de gemeentelijke huishouding zint ons de gang van zaken met betrekking tot de Sportparken momenteel het minst. Het antwoord van burgemeester en wethouders op vraag 15 van het verslag van het afdelingsonderzoek heeft ons niet kunnen overtuigen. Zo- wel de kwestie van het vervai van de oude zwemvijvers als het onderhoud van tribunes en terreinen der sportparken zijn niet gelukkig verlopen. On- begrijpelijk achten wij voorts, dat Uw college in januari jl. de onzerzijds gevraagde uitbreiding van het aantal tennisbanen in Groenendaal tegen- hield met de loze opmerking, dat zulks ernstige schade aan het wandelbos zou toebrengen, terwijl nog in dit zelfde jaar Uw college toch plannen voor deze uitbreiding in behandeling neemt. Zonder ook maar de minste kritiek te willen oefenen op de leden van het stichtingsbestuur of op de ambtenaar voor de sport menen wij, dat aan de communicatie tussen de stichting en het gemeentebestuur iets ontbreekt. Als enig onderdeel van een bedrijf ook zonder bekende oorzaak stroef begint te lopen is reorganisatie een geens-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 5