15 december 1961
413
Gasbedrijf.
Punt 8.
De heer Zegwaart zegt, dat burgemeester en wethouders in hun ant-
woord op deze vraag mededelen, dat de verbouwing die bij het gasbedrijf
tot stand is gekomen, zodanig voldoet, dat het stichten van een nieuw
gebouw minder urgent is geworden en dat zij daardoor nog gelegenheid
hebben om zich nader te orienteren over de wenselijkheid de administra-
tie van de gas-, duinwater- en elektriciteitsbedrijven en het bedrijf van
openbare werken in één gebouw onder te brengen. Spreker heeft daarbij
gedacht: ,,een veldheer heeft al veel gewonnen al wint hij niets dan tijd."
Misschien is het zo, maar het zou natuurlijk ook kunnen zijn, dat, op grond
van het feit, dat het college zich tot nu toe over deze gedachte niet zo
heel spontaan heeft uitgelaten, burgemeester en wethouders hebben over-
wogen dat er dan intussen een nieuwe samensteiling van de raad zou zijn
en dat mogelijk die nieuwe raad over deze zaak een ander standpunt in-
neemt. Spreker gelooft, dat deze raad, of hij moet zich al heel sterk ver-
gissen, inderdaad geporteerd is voor het onderbrengen van beide bedrij-
ven in één gebouw. Spreker wil daaraan toevoegen, dat er ook meerderen
meegaan met de gedachte van 1 directeur voor de beide bedrijven. Men
zal daarom nu eens moeten uitscheiden met geld weg te gooien door de
voorbereiding van het bouwen van één kantoor voor elk bedrijf voortgang
te doen vinden. Spreker wil er dus nog eens ernstig bij het college op aan-
dringen om met spoed te bekijken of de door hem aangegeven mogelijk-
heid inderdaad aanwezig is. Burgemeester en wethouders kunnen zich
hierover laten adviseren. Zij kunnen zich ook laten voorlichten over de
mogelijkheid van één directeur voor beide bedrijven. Daardoor zal voor-
komen kunnen worden, dat het ene bedrijf een bepaald artikel van de
reglementen anders uitlegt dan het andere bedrijf.
De heer Verkouw sluit zich namens zijn fractie graag aan bij het eerste
gedeelte van het betoog van de heer Zegwaart. Spreker vindt het onnodig
dit nog eens met andere woorden te herhalen.
Van het tweede gedeelte wil zijn fractie zich voorlopig distanciëren.
Vooralsnog voelt zij niets voor een eenhoofdige leiding van beide bedrij-
ven.
Wethouder Mr. van Wijk zegt, dat het antwoord van burgemeester en
wethouders een beetje geënt is op het verrassend soelaas dat geboden
werd door de verandering van de kantoorruimte. Persoonlijk zou spreker
de urgentie wel iets sterker benadrukt hebben willen zien dan in het ant-
woord van burgemeester en wethouders tot uiting is gekomen, want naast
de kantoorruimte moet er een betere huisvesting komen van de techni-
sche afdeling en van het magazijn. Naar zijn mening zal deze zaak bin-
nen zeer afzienbare tijd (dit is een veel gebruikt woord, het zegt betrek-
kelijk weinig en daarom zal het wel zoveel gebruikt worden) dienen te
worden opgelost. Het idee van de heer Zegwaart om de kantoorgebouwen
der beide bedrijven te combineren zou heel mooi zijn, als men een blanco
vel papier had om in te vullen; dan zou het één gebouw moeten zijn. We
hebben echter een gebouw voor openbare werken en we hebben een ge-
bouw nodig voor de bedrijven. Over de plaats waar dit moet komen valt
te praten. Indien het naast het politiebureau aan de Cruquiusweg wordt
gesticht kan het daar een mooi geheel worden. Spreker gelooft toch dat
met het ontwerpen van plannen voor de bouw op die plaats moet worden
doorgegaan.
Combineren van diensten lijkt spreker een zeer moeilijke zaak. Hij ge-
looft zelfs een overtrokken en een onjuiste zaak. Hij hoopt niet dat men
daartoe zal komen.
In het combineren van beide bedrijven in één gebouw ziet spreker de