15 december 1961
421
Ir. Kooijmans gelooft toch, dat er bij sommige raadsleden enig misver-
stand bestaat. Het is zo, dat het stichtingsbestuur burgemeester en wet-
houders bijstaat in het beheer over en de verzorging van de door de ge-
meenteraad aangewezen sportterreinen en inrichtingen. Zo ook hebben
woningbouwverenigingen bepaalde bezittingen van de gemeente onder
haar beheer. Aan het stichtingsbestuur is het vertrouwen gegeven om
deze zaken te beheren. Zolang het goed gaat hoort men daar weinig van.
Nu klaagt de raad, dat hij alleen maar hoort van de zaken die voorzie-
ning behoeven zoals een zwembad dat in elkaar zakt of tribunes die het
dreigen te begeven. Ja wat wonder, dan eerst komen die zaken in de raad,
want de raad moet het geld voor herstel voteren. Tien jaar geleden al
werd in de raad gesproken over het zwembad dat op invallen stond en de
noodzakelijkheid van de bouw van een nieuw zembad. Het initiatief ten
aanzien van deze zaken behoort in zekere zin uit te gaan van het bestuur
van de stichting en niet in de eerste plaats van burgemeester en wethou-
ders want alleen het stichtingsbestuur, waarin deskundigen zitting heb-
ben, kan over de bij hem in beheer zijnde objecten oordelen. Evenals dit
bij andere besturen het geval is, komt ook in dit bestuur wel eens iets
voor. Spreker gelooft niet, dat door tegemoet te komen aan de wens om
enige raadsleden in het stichtingsbestuur te benoemen er meer contact
zal zijn tussen het stichtingsbestuur en de raad, tenzij de raadsleden-
bestuursleden hun fracties verslag uitbrengen van de gevoerde bespre-
kingen. Maar dat is de bedoeling van het in het leven roepen van deze
stichting niet geweest. Het bestuur daarvan zou bestaan uit deskundigen
uit de burgerij en misschien ook uit de raad. Het lijkt spreker niet juist
om door middel van een motie burgemeester en wethouders te vragen 3
leden uit de raad in het stichtingsbestuur te benoemen. Indien burgemees-
ter en wethouders menen, dat bepaalde leden van de gemeenteraad in dit
opzicht deskundig zijn, dan zulien burgemeester en wethouders daarme-
de wel rekening houden. Maar om burgemeester en wethouders daartoe
te binden lijkt spreker te ver gaan. Spreker zou er ook wel voor voelen
dat burgemeester en wethouders met een zodanige wens rekening hou-
den.
Mevr. van der Meulen zegt, dat na verder beraad haar fractie zich
graag wil aansluiten bij het door de heer Verhoeven voorgestelde. Zij ge-
looft dat dit voor het ogenblik de juiste oplossing van de moeilijkheden
is.
De Voorzitter zegt, dat velen hebben deelgenomen aan de bespreking
van deze, spreker zou bijna zeggen brandende, kwestie. Algemeen wordt
het gevoelen naar voren gebracht, dat de raad meer invloed moet heb-
ben op het beheer van de sportparken. Want nogmaals, het beleid is aan
burgemeester en wethouders en de raad. Zodra er beleidskwesties aan
de orde zijn krijgt de raad het volle pond en heeft hij zich geen zorgen
te maken. Spreker heeft met enige verbazing beluisterd hetgeen naar
voren is gebracht. Terwijl verleden jaar nog de nieuwe statuten van de
stichting met algemene stemmen door de raad zijn vastgesteld, wordt nu
ineens dit jaar gezegd, dat die bestuursvorm niet deugt. Spreker ziet
niet in waarom dat is. Dat het zwembad op is en dat de tribunes van het
sportpark moesten worden vernieuwd, kan het stichtingsbestuur toch niet
helpen. Dit zijn wegens de bestedingsbeperking enz. uitgestelde werken.
De opzet van de stichting is, dat daarin deskundige burgers zitting zullen
hebben die, volgens de richtlijnen door de raad gesteld, de sportparken
enz. beheren. Deze vorm blijft algemeen erkend als de juiste. Men heeft
altijd gezegd, dat dit geen gemeentedienst moest zijn. Er zijn 3 mogelijk-
heden. Men kan de toestand laten zoals zij is; men kan, zoals in de motie
tot uitdrukking komt een wijziging aanbrengen in de statuten en hierin
vastleggen dat minstens 3 leden van het bestuur uit de raad worden be-