424
15 december 1961
schonken. Spreker verheugt zich daar over, want bij de behandeling van
de laatste verhoging van de liggelden, heeft spreker zich in de eerste
plaats verzet tegen een deel van de voorgestelde verhogingen, en in de
tweede plaats heeft hij toen bij burgemeester en wethouders aangedron-
gen op het treffen van maatregelen om het watertoerisme te bevorderen.
Spreker meent, dat het watertoerisme niet wordt bevorderd door de ha-
vengelden, die hier in vergelijking met andere gemeenten toch al hoog
zijn, te verhogen. Men zal op deze wijze juist bereiken, dat het watertoe-
risme wordt afgeremd. Spreker zou graag zien, dat er geen verhoging
van de havengelden wordt voorgesteld en dat burgemeester en wethouders
maatregelen overwegen om het watertoerisme inderdaad te bevorderen
door meer gelegenheid te scheppen voor het innemen van ligplaats.
Mevr. Vriesendorp zegt, dat men weet hoe de toestand 's zomers aan
de zuidkant van de Van Merlenvaart is. Wanneer men in de maanden na
de zomer daar rondloopt, ziet men nog de vuilnishopen van de schepen
die daar hebben gelegen. Spreekster stelt voor, op de strook grond aan
de zuidzijde van de Van Merlenvaart die naar zij meent tot een breedte
van 1 meter aan de gemeente behoort, hygiënische voorzieningen te tref-
fen, zoals het plaatsen van een waterkraan, het scheppen van een moge-
lijkheid voor vuilverwijdering en misschien een verhard' voetpad. Wanneer
er hygiënische voorzieningen zijn getroffen kan er ook liggeld worden
gevraagd. Men kan dus 2 dingen doen n.l. ôf een bordje plaatsen met
het opschrift „verboden aan te leggen" ôf de aanbevolen voorzieningen
treffen en een liggeld laten betalen. Wil men het watertoerisme bevor-
deren, dan is het tweede plan aanbevelenswaardig. Spreekster heeft ge-
pleit voor een verhoogd liggeld. Zij gelooft dat dat nodig is, om daardoor
permanent toezicht te kunnen laten houden.
Burgemeester en wethouders zeggen in hun antwoord, dat zij met lede
ogen aanzien, dat de jachthaven langzamerhand verandert in een verkap-
te woonschepenhaven. Spreekster heeft dat niet helemaal begrepen. Bur-
gemeester en wethouders hebben de verhuur van deze ligplaatsen toch
zelf in de hand. Spreekster heeft er even aan gedacht of het mogelijk
zou zijn de liggelden per dag en per week ongeveer even hoog te laten
maar sterke progressie toe te passen voor degenen die daar de hele zomer
blijven. Aan de andere kant vindt spreekster dat toch weer niet zo'n goed
idee, want men moet deze zaak meer algemeen zien en dan gaat het niet
aan de Amsterdammers te weren. Wij zouden het ook niet prettig vinden
als men in andere gemeenten tegen Heemstedenaren zou zeggen, dat zij
daar niet mogen kamperen omdat dit alleen aan de eigen burgers is voor-
behouden. In verband met het grote tekort aan recreatiemogelijkheden
moeten de gemeenten toch samenwerken. Spreekster hoopt dat men be-
grepen heeft, dat zij wel degelijk wil helpen het watertoerisme te be-
vorderen, maar dat zij graag zou zien, dat voor de situatie aan de Van
Merlenvaart een goede oplossing wordt gevonden.
Mevr. van der Meulen wil zich graag aansluiten bij hetgeen mevr.
Vriesendorp naar voren heeft gebracht. Zij meent dat men öf dit terrein
moet zien als een camping voor het watertoerisme en dat dan inderdaad
ook goede hygiënische voorzieningen getroffen moeten worden, o.a. toi-
letten öf dat men moet verbieden hier ligplaats in te nemen. Spreekster
is het niet heiemaal met mevr. Vriesendorp eens dat hier permanent toe-
zicht nodig is. Zij gelooft, dat men heel goed kan volstaan met zo nu en
dan eens te controleren, waardoor degenen die daar kamperen weten,
dat er toezicht is en dat er controle kan komen. Dit zou h.i. voldoende
preventief werken. Mogelijk dat b.v. de badmeester van het badhuis daar
wel een kleine rol zou kunnen spelen. Spreekster meent ook, dat een ver-
hoging van de iig- en havengelden in geen geval te groot moet zijn, want