15 december 1961 425 dan wordt weer een aantal mensen uitgesloten dat juist sterk op cam- pings is aangewezen. De heer Verhoeven betreurt het, dat de jachthaven langzamerhand ver- andert in een verkapte woonschepenhaven. Mogelijk kunnen burgemees- ter en wethouders bepalen, dat iemand niet langer dan een bepaald aan- tal dagen achtereen met zijn schip ligplaats mag innemen. De Voorzitter antwoordt, dat dit punt, mede naar aanleiding van de vragen die in de afdelingen zijn gesteld, in het college van burgemeester en wethouders is besproken. Het gaat eigenlijk over 2 dingen. Aller- eerst moet er een bepaling zijn op grond waarvan het gemeentebestuur kan optreden tegen het innemen van ligplaats in gemeentewater. Bur- gemeester en wethouders hebben daarom aan de hoofdinspecteur ver- zocht, hen te adviseren over een aanvulling van de algemene politiever- ordening. De strook gemeentegrond aan de zuidzijde van de Van Merlen- vaart is niet 1 meter maar 3 meter breed. Men zou daar dan bordjes moe- ten plaatsen met het opschrift: „Verboden toegang art. 461 van het wet- boek van strafrecht" en precies afpalen waar de grens loopt, maar dan voorkomt men nog niet, dat men ligplaats inneemt in de vaart. Daarnaast doet zich de vraag voor of niet de tijd is gekomen om tot uitbreiding van de jachthaven over te gaan, gezien het feit, dat de jacht- haven altijd vol is, en dan voorzieningen te treffen aan de zuidelijke oever van de Van Merlenvaart door het aanbrengen van toiletten, elektriciteit en een pad. Burgemeester en wethouders hebben openbare werken op- dracht gegeven te rapporteren welke kosten daarmede gemoeid zullen zijn. De ondergrond van dit alles is, de bevordering van het watertoeris- me. Wij moeten ons wel degelijk rekenschap geven van het feit, dat Heemstede toch zeer zeker niet een gemeente is die het watertoerisme als zodanig moet bevorderen. Het feit doet zich n.l. voor en dat is ook in het antwoord van burgemeester en wethouders opgenomen, dat verschillende eigenaren van bootjes permanent ligplaats nemen en nooit uitvaren en dus de jachthaven beschouwen als een plaats waar zij zich prettig kun- nen verpozen. Dat is natuurlijk ook een ontspanning voor de mensen en dat kan men hun ook helemaal niet kwalijk nemen. Maar gaat het nu aan nog meer ruimte te scheppen voor mensen die daar permanent met hun boot blijven liggen? De raad krijgt daarover nog nader rapport. Mevr. Vriesendorp zegt dankbaar te zijn, dat de voorzitter in het be- stuur van de heemsteedse sportparken heeft gesproken over een moge- lijkheid voor het opbergen van zeilen. Spreekster denkt dat de voorzit- ter, als ere-voorzitter van ,,Het Spaarne" er wel van op de hoogte is hoe- veel jongeren met bootjes die daar graag een zeilboot zouden willen neer- Ieggen, afgewezen worden en uiteindelijk naar een andere gemeente gaan spreekster denkt hierbij aan Spaarndam en Aalsmeer om daar hun vaartuig neer te leggen. Wanneer inderdaad blijkt, dat er grote behoefte is aan meer ligplaatsen, zou spreekster juist Heemsteedse jongeren de kans willen geven met hun bootjes in de jachthaven ligplaats te kiezen. De Voorzitter antwoordt, dat dit dus een categorie is die werkelijk het watertoerisme beoefent. Het is juist de moeilijkheid hoe men kan voor- komen dat de ligplaatsen, die eventueel zouden worden aangelegd, worden ingenomen door hen die hun bootjes daar permanent laten liggen. Bur- gemeester en wethouders weten niet welke kosten met de voorzieningen die dienen te worden getroffen gemoeid zullen zijn, maar het is wel de bedoeling van het college deze kosten eventueel goed te maken door ver- hoging van de havengelden. Mevr. van der Meulen heeft er voor gepleit, die havengelden niet zo hoog te maken omdat daardoor vele mensen zou- den worden gedupeerd. Zij moet daarbij echter in het oog houden dat er ook iets tegenover staat. Mevrouw Vriesendorp heeft gesproken over

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1961 | | pagina 73