15 december 1961
427
Wat de derde vraag betreft deelt spreker mede, dat de welstandscom-
missie daar buiten staat.
Wethouder van Lent zegt, dat bij het maken van het plan Glip II de
welstandscommissie wêl is ingeschakeld, dit naar aanleiding van een
vraag van een van de architecten die in de welstandscommissie zitting
hebben.
De heer Schuitenmaker vraagt, om, wanneer het plan Glip II in de raad
zal worden behandeld, niet de zaterdag er voor de stukken toe te zenden
maar enige tijd eerder, zodat de leden gelegenheid krijgen om eerst wat
rond te kijken.
De Voorzitter zegt dit toe.
De heer Schuitenmaker vraagt bij de voorbereiding van wijzigingen
van het uitbreidingsplan aandacht te schenken aan de mogelijkheid om
het grondbezit van de gemeente te vergroten, want de gemeente heeft
nog maar weinig grond over. Daarbij ware ook aandacht te schenken aan
de hoogbouw, die in bepaalde kringen erg gepropageerd wordt en waar
elders veel liefhebberij voor bestaat.
Wethouder van Lent antwoordt, dat bij het plan dat in voorbereiding
is, met de hoogbouw terdege rekening wordt gehouden.
Kosten van het woonwagenkamp.
Punt 26.
Ir. Kooijmans zegt, dat burgemeester en wethouders antwoorden, dat
dit vraagstuk vele en moeilijke facetten heeft, zodat het nog Iang zal du-
ren voor het beoogde doel is bereikt. Spreker vraagt of er niet met Haar-
lem is samen te werken nu dit punt in het intergemeentelijk overleg is
besproken.
Wethouder van Lent kan mededelen, dat in een vergadering van het
intergemeentelijk overleg alle gemeenten daar afgevaardigd, instemden
met het plan een regionaal woonwagenkamp te stichten. De vraag is al-
leen waar dat dan mogelijk is.
De Voorzitter zegt, dat men vroeger bij wijze van spreken iedere woon-
wagen in de gemeente moest toelaten. Tegenwoordig is het zo, dat, wan-
neer er een woonwagenkamp is, men niet meer wagens behoeft toe te la-
ten dan er plaats is. Een regionaal woonwagenkamp, zo dat wordt opge-
richt, zal heel goed moeten worden ingericht. Er zal bewaking moeten
zijn, scholen, een kerkgebouw enz.
Subsidie en contributie aan diverse verenigingen en instellingen.
Punt 32.
Mr. Rutgers zegt, dat iedere regeling hoe goed ook, de mogelijkheid
van onrechtvaardigheid met zich brengt. Dat is nu het geval met de
subsidie aan de vereniging Pro Juventute. De subsidie aan deze vereni-
ging, die enige jaren geleden nog 550,bedroeg, wordt nu terugge-
bracht van 300,op 275,Deze vereniging doet veei en goed werk,
zoals het houden van spreekuren, het organiseren van kampwerk voor
de jeugd e.d. Ook loopt voorziening in gezinsvoogdij en patronage via
deze vereniging voor zover betreft de neutrale sector (zuil). De vereni-
ging doet daarbuiten nog veel meer. Het is dus helemaal niet billijk om
nu Pro Juventute te beschouwen als een vereniging die alieen het voog-
dijwerk doet. Spreker heeft al gewezen op de spreekuren die gehouden
worden en die van oudsher zeer druk bezocht zijn er is een gebouw
van Pro Juventute midden in de stad en op het kampwerk. Dat brengt