15 december 1961
437
over de keuzeplannen heeft gezegd, dat het wel goed zou zijn als men
intergemeentelijk contact over die keuzeplannen zou opnemen. Het is
niet zo, dat deze woningen op een onverantwoorde wijze gebouwd worden,
want juist om dat te voorkomen is deze collectie keuzeplannen gemaakt.
Men wil n.l. niet, dat de gemeenten goedkope woningen bouwen die niet
aan bepaalde normen voldoen. Spreekster zou daarom graag willen, dat
men die keuzeplannen nog eens zou willen bezien, liefst intergemeente-
lijk, omdat de naburen dezelfde moeilijkheden hebben. Mogelijk kunnen
dan mensen die maar heel weinig huur kunnen besteden, op deze wijze
geholpen worden. Mensen die eenmaal in een goedkope woning wonen,
zijn niet zo gauw bereid om die woning te verlaten. Daardoor komt het
ook, dat slechts sporadisch een goedkope woning beschikbaar komt.
Wethouder van Lent acht het niet nodig om hierbij de intergemeen-
telijke samenwerking in te schakelen. Gisteren zijn de nieuwe richtlijnen
voor keuzewoningen ontvangen. Zij zijn op het ogenblik bij openbare
werken in onderzoek. Als daar rapport over is uitgebracht, zullen ze in
de welstandscommissie aan de orde worden gesteld waarna ze ook voor de
raad ter inzage zullen worden gelegd.
Mevr. van der Meulen vindt, dat intergemeentelijke behandeling van
deze zaak wêl voordelen biedt. Zij verwijst naar wat b.v. Lekkerkerk en
aangrenzende gemeenten op dit gebied hebben bereikt.
Wethouder van Lent zegt, dat men er ook rekening mee moet houden,
dat een toewijzing van keuzewoningen van het bouwvolume afgaat.
Mevr. van der Meulen merkt op, dat dit niet verhindert het gestelde
doel te bereiken. In plaats van de normale woningwetwoningen krijgt men
dan woningen waarvoor 2,per week subsidie in de huur wordt ver-
leend en daar gaat het om.
De heer Schuitenmaker zegt, dat bij de behandeling van het laatste
plan voor de bouw van woningwetwoningen door enkele ieden is gezegd,
dat er verband bestond tussen het aantal woningen en het aantal gara-
ges, zodat er een soort noodzaak was om verhoudingsgewijs een aantal
garages te bouwen. Spreker heeft daaromtrent bij de Woningraad inlich-
tingen ingewonnen. Nu blijkt hem, dat er dienaangaande geen verband
bestaat.
Wethouder van Lent antwoordt, dat, wanneer burgemeester en wet-
houders een uitbreidingsplan ontwerpen ook rekening wordt gehouden
met het bouwen van een aantal garages.
Punt 43.
Mevr. van der Meulen heeft in haar algemene beschouwing al gezegd,
dat zij erg dankbaar is voor het gedetailleerde jaaroverzicht. De door haar
gevraagde gegevens over de woningbehoefte in de verschillende catego-
riën woningzoekenden zijn echter niet verstrekt. Bij gebreke hiervan
kunnen geen plannen worden gemaakt die op de woningbehoefte zijn
afgestemd.
De Voorzitter antwoordt, dat mevr. van der Meulen die vraag in de
vorige vergadering ook heeft gesteld. Toen is haar toegezegd, dat de raad
nog een gedetailleerd overzicht van de woningzoekenden krijgt.
Punt 44.
Mevr. van der Meulen zegt, het volgende voorstel te hebben ingediend:
„Ondergetekenden stellen voor, dat bij verkoop van gemeentegrond aan
bouwondernemers de voorwaarde wordt gesteld, dat ten minste 50 der