26 2e Afd. 22 februari 1962. gaan doch zij beoogt de tot dat ogenblik op dit stuk bestaande zeer be- perkte mogelijkheden enigermate te verruimen. Zwaarder dan de bedenkingen van technische aard, welke er tegen de verkoop van tussenwoningen kunnen worden ingebracht, welke beden- kingen uitvoerig werden opgesomd in onze nota van 12 april 1961 aan Uw College en welke wij thans niet willen herhalen, weegt voor ons het ar- gument, dat het ongewenst moet worden geacht op een tijdstip dat van een verzadiging der markt voor goedkope woningen nog allerminst kan worden gesproken, door afstoting van gemeentelijk woningbezit de huis- vesting van minder draagkrachtigen op ernstige wijze bemoeilijkt zou kunnen worden. Een ander niet onbedenkelijk gevolg van de overdracht van woningwet- woningen kan zijn, dat, wanneer eerlang tot sanering van bepaalde woon,- wijken zou moeten worden overgegaan deze sanering ernstig bemoeilijkt kan worden doordat zich tussen het gemeentelijk woningbezit tal van particuliere woningen bevinden. Zo behoort het stellig tot de mogelijkhe- den, dat het complex van 65 gemeente-woningen aan de Bankastraat, zo- dra deze woningen zijn afgeschreven, in verband met ernstige verzakkin- gen zal moeten worden afgebroken. Ook de verkoop van andere dan woningwetwoningen achten wij niet aanbevelenswaardig. De bezwaren, verbonden aan een verbrokkeling van het gemeentelijk woningbezit door de verkoop van enkele woningen van een bepaald complex gelden hier in dezelfde mate als bij woningwetwo- ningen. Ook uit een oogpunt van huisvestingsbeleid achten wij het ge- wenst, dat de gemeente deze woningen te harer beschikking houdt voor de huisvesting: van bepaalde categorieën van woningzoekenden, die niet in de mogelijkheid verkeren een woning te kopen. Ten aanzien van de gemeentelijke middenstandswoningen geldt niet de beperking, dat zij slechts aan de bewoners zouden kunnen worden overge- dragen. De mogelijkheid bestaat hierbij uiteraard van een verkoop per eomplex of per blok aan een institutionele belegger. Het was op deze mo- gelijkheid, dat een der leden van Uw College in het afdelingsverslag doel- de en meende, dat een dergelijke verkoop bij de thans geldende hoge prij- zen voor onroerend goed aantrekkelijk zou kunnen zijn. Uit beleggingsoogpunt lijkt ons evenwel een aanhouden van het wo- ningbezit te prefereren nu toch in redelijkheid een verdere waardestijging dezer eigendommen tegemoet mag worden gezien. Bovendien zou de op- brengst bij een eventuele verkoop onder het huidige bestel toch niet be- steed kunnen worden voor de bouw van woningen door de gemeente. In het bijzonder achten wij het niet raadzaam het gemeentelijk woningbezit in he componistenbuurt af te stoten, nu dit complex niet onbelangrijke baten voor de gemeente afwerpt, hetgeen de verwachting rechtvaardigt, dat eerlang het door de gemeente voor de bouw van dit complex gefour- neerde bedrag weer door de gemeente zal worden terugverkregen. Heemstede, 15 februari 1962. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, A. van Wingerde. Behoort hij de notulen van de openbare raadsvergadering van 22 fe- bruari 19^29 maart I962 en 27 april 1962. De secretaris, iprzitter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 17