^Jr
21
4e Afd. 22 februari 1962.
PRESENTIEGELDEN VOOR LEDEN VAN DE RAAD.
Aan de Raad,
Bij besluit van 5 januari 1962, no. 167 hebben Gedeputeerde Staten van
Noordholland de normen, welke worden aangehouden bij de beoordeling
van het bedrag' der vergoeding van de leden van de raad ener gemeente,
in dier voege herzien, dat het maximum presentiegeld voor het bijwonen
van een raads-, commissie- of afdelingsvergadering in gemeenten met
20.00050.000 inwoners mag worden gesteld op 17,50.
De presentiegelden voor het bijwonen van raadsvergaderingen en voor
het bijwonen van commissie- of afdelingsvergaderingen zijn voor de ge-
meente Heemstede, laatstelijk op 10 april 1957 en 9 mei 1956, vastgesteld
op respectievelijk 16,en 7,50 voor elke bijgewoonde vergadering.
Gezien de stijging van het algemene prijspeil in de laatste jaren achten
wij deze bedragen thans aan de lage kant. Een verhoging van de vergoe-
ding is dan ook alleszins redelijk te noemen.
Wij geven U derhalve in overweging, door vaststelling van bijgevoegd
ontwerp-besluit, Gedeputeerde Staten te verzoeken, te rekenen met ingang
van 1 januari 1962, de vergoeding voor het bijwonen van een raadsver-
gadering vast te stellen op 17,50 en van een commissie- of een afdelings-
vergadering op 12,50.
Heemstede, 15 februari 1962.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 februari
1962;
gelet op artikel 64 der gemeentewet;
BESLUIT:
Gedaputeerde Staten der provincie Noordholland te verzoeken het bedrag
der vergoeding voor de leden van de raad, te rekenen met ingang van 1
januari 1962, vast te stellen op /17,50 per lid voor elke bijgewoonde
raadsvergadering en 12,50 per lid voor elke bijgewoonde commissie- of
afdelingsvergadering.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 22 februari 1962.
secretaris, DeJJûorzitter,