29 maart 1962.
46
Mevr. Vriesendorp springt bijna uit haar vel. Zij vindt het n.I. heel on-
aangenaam dat zij het gevoel krijgt, dat de raadsleden als onmondige kin-
deren worden beschouwd. De raad moet nu maar meteen ja zeggen, want
anders gaat het plan lekker niet door. Spreekster heeft als vele anderen
grote bezwaren tegen dit plan. Wat hier gezegd is over een afspiegeling
van de gehele bevolking in één wijk, klinkt heel mooi in theorie maar in de
praktijk blijkt het toch tegen te vallen. De heer van Lent heeft gezegd, dat
hij de Glip I een ideale woonwijk vindt. Spreekster heeft door haar werk daar
heel veel contacten. Zij is het helemaal niet met hem eens. Zij vindt het
een mooie buurt om doorheen te lopen maar zij gelooft, dat ten oosten van
de Glipper Dreef een verscheidenheid van woningen is gekomen die toch
niet in het belang is van de wijkgedachte. Is het inderdaad onmogelijk om
met twee uitbreidingsplannen te komen? Spreekster vindt n.l. wat de heer
Kooijmans heeft gezegd heel juist. Men is zo ontzettend gebonden aan één
plan. Spreekster heeft niet de redenen begrepen waarom dit niet zou kun-
nen en zolang zij dat niet begrijpt kan zij dat niet aanvaarden. Zij vraagt
of het mogeiijk is de bungalows voorlopig uit het plan te laten. Zij ziet
er geen heil in dat die daar komen en waarom zou dat terrein persé moe-
ten worden volgebouwd! Kan dat niet even blijven liggen? Zij en misschien
haar hele fractie, heeft het gevoel, dat zij ten aanzien van dit plan maar
ja en amen moet zeggen en daar komt zij sterk tegen op. Dat gevoel was
ook aanwezig toen het plan voor de rivierenbuurt moest worden vastge-
steld.
Mr. Piiester zou voor het geval dat het voorstel wêl zou worden aange-
nomen, naar aanleiding van de gedachte van de heer Rutgers, bovenaan
biadzijde 2 willen toevoegen: ,,Wat betreft de bezwaren van de tweede on-
dergetekende anders dan die van de eerste ondergetekende ongegrond te
verklaren." Het maakt nu inderdaad de indruk of het bezwaarschrift niet
eens door de raad gelezen is.
De heer Schuitenmaker heeft geenszins bedoeld kritiek op het plan uit
te oefenen. Spreker begrijpt volkomen dat het nodig is het bedoelde stuk
er uit te laten. Spreker kan alleen niet begrijpen dat de bezwaren van de
N.V. Höcker, die ernstig worden genoemd en dat ook inderdaad zijn, niet
voorkomen hadden kunnen worden door het plegen van vooroverleg. In
haar request doet zij al een suggestie waardoor het graven van een bassin
helemaal niet nodig zou zijn. Sprekers vraag is of dat nu allemaal nieuw
is en of de N.V. daar nu plotseling mee komt en of dit niet voorkomen
had kunnen worden. De voorzitter zegt, dat er onderhandelingen zijn ge-
weest en dan is het dubbel jammer, dat door de ingediende bezwaren het
gehele plan nu niet door kan gaan, zodat de geprojecteerde flatbouw zal
moeten worden uitgesteld.
Mevr. van der Meulen is verbaasd over hetgeen mevr. Vriesendorp naar
voren heeft gebracht vooral na wat de voorzitter heeft gezegd over de
wijkgedachte. Spreekster heeft de indruk, dat mevr. Vriesendorp het woord
wijkgedachte een heel andere inhoud geeft dan het werkelijk heeft en moet
hebben. Ook tilt spreekster een beetje zwaar aan het feit, dat de heer
Scheer zegt, dat de bewoners der diverse typen woningen verschillende
leefgewoonten hebben. Zij zou wel eens graag gepreciseerd willen zien
waar dat dan in zit. Dat lijkt haar toch vrij moeilijk aan te tonen. Zij
staat graag open voor enig onderwijs in deze. Zij begrijpt ook niet hele-
maal, dat mevr. Vriesendorp meent, dat de raad zo plotseling voor dit plan
wordt gezet. Zij meent toch, dat de raadsleden een zeer uitgebreide voor-
lichting daarover hebben gehad van de planoloog. In die bijeenkomst was
er alle gelegenheid om vragen te stellen. Zij meent, dat het college de
raad in de ruimste zin over de inhoud van dit pian heeft ingelicht.
Mr. Rutgers zegt, in antwoord op hetgeen mevr. van der Meulen heeft