53
29 maart 1962.
De heer Brink zegt, dat een hond van zijn dochter wel degelijk in Groe-
nendaal vergiftigd bleek te zijn.
De Voorzitter zegt, dat het best kan zijn, dat de hond aan een konijnen-
kreng heeft gegeten. Nu er konijnenziekte in Groenendaal heerst, kan dat
de vergiftiging tengevolge hebben gehad.
De heer Brink merkt op, dat in de krant over fosforvergiftiging wordt
gesproken. Ook de hond van sprekers dochter bleek verschijnselen van
fosforvergiftiging te vertonen. Dat vindt spreker wel eigenaardig.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De secretaris,
De voorzitter,