29 maart 1962.
42
ning is gehouden met de bouw van eenverdiepingshuisjes voor bejaarden.
Wethouder van I.ent wil beginnen met een woord van dank voor de
waardering die van verschillende zijden voor dit plan is uitgesproken. Het
was spreker niet onbekend hoe de heer Scheer tegenover dit plan staat.
In de commissie van openbare werken heeft hij n.l. meerdere malen naar
voren gebracht, dat hij absoluut afwijzend staat tegenover deze gemengde
bewoning. Dit plan is o.a. ook in de commissie voor de volkshuisvesting
behandeld en daar heeft het wel waardering ondervonden. Toen burge-
meester en wethouders met de uitwerking van dit plan begonnen was het
hun bedoeling, in de plaats van de ruime bebouwing die nu aan de zuid-
zijde van het plan is geprojecteerd, premiewoningen te projecteren. Van-
wege de commissie voor de gemeentelijke plannen is daar bezwaar tegen
gemaakt, omdat zij van mening was, dat tegenover de buitenplaatsen aan
de Glipperweg een veel royalere bebouwing moest komen. In het gegeven
voorbeeld van de H. Dreef en het Haemstedeplein vindt men een geval dat
woningen van verschillende typen uitstekend bij elkaar zijn gebracht.
Het voorstel van de heer Scheer en anderen om dit plan aan te houden
meent spreker sterk te moeten ontraden. Als dit plan nu wordt aangeno-
men, zal het nog ongeveer een jaar duren voordat het zal zijn goedgekeurd.
Eerst daarna kan met de aanleg van de wegen worden begonnen. Wanneer
het volgend jaar weer gelegenheid bestaat om woningwetwoningen te bou-
wen, moet daarvoor terrein beschikbaar zijn. Spreker heeft er helemaal
geen bezwaar tegen dat huizen voor mensen van verschillende standing in
één wijk worden geprojecteerd. Als voorbeeld noemt spreker de wijk Glip
I, die hij nog altijd een van de mooiste wijken van de gemeente vindt.
Door de heer Kooijmans is aangedrongen op de uitvoering van meerdere
uitbreidingsplannen tegelijk, zodat de bouwondernemers vrije keus zullen
hebben voor de bouw van woningen in de vrije sector. Spreker is van me-
ning, dat in dat geval alle bouwterreinen onmiddellijk verkocht zouden
zijn en bebouwd, zodat dan elke mogelijkheid voor verdere uitbreiding te-
niet wordt gedaan. Op die grond is spreker van mening, dat het ontwerpen
van uitbreidingsplannen in een langzaam tempo moet worden gedaan,
zodat niet in tijd van een paar jaar de gehele gemeente zal zijn volge-
bouwd.
Spreker heeft uit het gesprokene door de heer Schuitenmaker begrepen
dat hij bedoeide te zeggen, dat het beter was geweest tevoren met de N.V.
Höcker te spreken, opdat overeenstemming zou zijn bereikt. Als men de
bezwaren van de N.V. Höcker onder de loupe neemt blijkt wel, dat zij zo-
danig zijn, dat het nog jaren kan duren voordat overeenstemming kan
worden bereikt. Omdat dit uitbreidingsplan binnen betrekkelijk korte tijd
moet kunnen worden verwezenlijkt, zijn burgemeester en wethouders van
mening, dat het het beste is het gedeelte waartegen de bezwaren zijn ge-
richt uit het plan te lichten en daar t.z.t. op terug te komen. Er wordt
door de P.P.D. de eis gesteld, dat, wanneer een plan wordt ontworpen, dit
een afgerond geheel vormt. Het voorliggende plan zal voor gedeputeerde
staten aanvaardbaar zijn. Het is burgemeester en wethouders niet bekend
of de provinciale weg er komt en of die däâr komt.
De heer Rutgers heeft op enige juridische bezwaren gewezen inzake de
behandeling van de ingediende bezwaren. De juristen in het college hebben
op de door hem naar voren gebrachte punten niet gewezen. Spreker heeft
nog wel een klein beetje vertrouwen in deze heren, waarmede hij niet wil
zeggen, dat hij geen vertrouwen heeft in de juridische kennis van de heer
Rutgers. Indien echter mocht blijken, dat in het besluit nog een kleine
wijziging moet worden gebracht, zullen burgemeester en wethouders daar-
mede stellig akkoord gaan.
Naar aanleiding van het gesprokene door mevr. van der Meulen zegt
spreker, dat in het thans voorliggende plan geen flatwoningen voorkomen.
In antwoord op de vraag van mevr. Vriesendorp zegt spreker, dat er