27 april 1962. 74 burg-emeester en wethouders dus uit om voorzichtig verder te gaan met hun onderzoek naar de wil van de adspirant kopers om een eigen woning te verwerven en de mogelijkheden die er voor hen zijn. Spreker denkt hierbij aan het instellen van een onderzoek bij een 20-tal mensen. Dan gaat het dus langs de weg van geleidelijkheid. We houden deze zaak warm en dan kan bereikt worden dat intensief kan worden verder gegaan op het tijdstip dat kan worden gezegd, dat in het woningtekort een belangrijke bres is geschoten. Spreker heeft dus geprobeerd een modus te vinden waarmede de gehele raad en ook het college zich zou kunnen verenigen. De motie wordt voldoende ondersteund. Wethouder van Lent zegt, dat de heer Scheer, in verband met de sane- ring van wijken, heeft gesproken van een periode van 10 jaar. Spreker meent echter dat, als men deze zaak breed wil bekijken, men een periode van 40 50 jaar moet nemen. Voorts wordt er hier heel gemakkelijk over gesproken, dat de mensen zich met een eigen huis een blok aan het been kopen. Daar denkt spreker niet zo gemakkelijk over. De mensen zullen daartegen beschermd moeten worden. De heer Verkouw wil dat graag onderstrepen. Het is hem onbegrijpelijk, dat in het betoog van de heer Rutgers noch in dat van de heer Verhoeven rekening wordt gehouden met het feit, dat de jongere zeer bekwame men- sen, die over een aantal diploma's beschikken, en elders beter op hun plaats zouden zijn, niet zullen solliciteren omdat ze een eigen huis hebben waar ze al zoveel aan hebben gedaan. Het is, economisch gezien, een groot verlies, dat de mensen niet op de plaatsen komen waar ze het meest kun- nen presteren. De heer Verhoeven zegt, dat de heer Verkouw inderdaad gelijk heeft als hij zegt, dat jonge mensen bevroren zitten als zij een huis kopen. Het was vroeger een wet van Alpha en Omega, dat wanneer in Brabant een jonge- man trouwde, hij begon met een huis te kopen en zich diep in de schuld te steken, waarna hij zijn hele leven nodig had om die schuld af te beta- len. Van dat standpunt komt men daar gelukkig terug. Spreker heeft, toen hij nog jong was, altijd het idee gehad zich niet zo gauw ergens defi- nitief te vestigen en zich niet een blok aan het been te kopen. Spreker raadt jongelui altijd aan dat ook niet te doen omdat ze dan misschien niet van betrekking kunnen veranderen. Spreker heeft voor het kopen van een huis het oog op mensen van middelbare leeftijd of wat jonger die min of meer gevestigd zijn. Spreker ziet niet in waarom men die mensen de ge- legenheid daartoe niet zou geven. Hij kan volkomen met de motie van de heer Zegwaart meegaan. Hij zou burgemeester en wethouders willen aan- raden in deze niet stil te blijven zitten maar de mogeiijkheid van bezits- vorming te openen. Dan moeten degenen die een huis kopen maar zo wijs en verstandig zijn om te weten, dat zij zich daarmede min of meer aan een plaats binden. Mr Rutgers zou graag de heer Verkouw nog even antwoorden. Spreker meent, dat erg jonge mensen nog niet in woningwetwoningen wonen. De mensen die de heer Verhoeven op het oog heeft kopen wel eigen woningen. Bij vertrek uit de gemeente kunnen zij hun woning altijd verkopen en elders in het land een woning terugkopen. Dat doet zich herhaaldelijk voor. Hierna ontspint zich een beschouwing over de vraag welke van de twee ingediende moties het verststrekkend is. De heer Schuitenmaker heeft de vergadering inmiddels verlaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 21