73
2e afd.
24 mei 1962.
TEGEMOETKOMING IN STUDIEKOSTEN AMBTENAREN.
Aan de Raad,
In een circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 26 april
1960 werden, ter bevordering van de studiezin van het burgerlijk rijks-
personeel, nieuwe richtlijnen vervat voor het verlenen van tegemoetko-
mingen in studiekosten.
Hierin hebben enkele in de commissie voor georganiseerd overleg dezer
gemeente vertegenwoordigde personeelsorganisaties aanleiding gevonden
nieuwe model-verordeningen tot regeling dezer materie voor het personeel
der gemeenten te ontwerpen en aan de gemeentebesturen te verzoeken
de op dit stuk bestaande verordeningen daaraan te conformeren.
Aan de hand van deze verzoeken zijn wij tot de conclusie gekomen,
dat op enkele punten wijziging der bestaande verordening in voor de amb-
tenaren gunstige zin gerechtvaardigd is te achten.
Ten aanzien van een tweetal punten zouden wij evenwel niet zo ver wil-
len gaan als door de organisaties wordt voorgesteld.
In de eerste plaats betreft dit de vergoedingen voor niet op de gemeen-
tedienst gerichte algemene opleidingen en andere opleidingen, welke als
een vooropleiding behoren te worden beschouwd. Door de organisaties
wordt, zulks in navolging van hetgeen hiervoor aan het rijkspersoneel
wordt toegekend, voorgesteld een vergoeding te verlenen van tenminste
25 en ten hoogste 50 van de studiekosten. Wij zijn van oordeel, dat
van gemeentewege slechts behoort te worden bijgedragen in de kosten
van die opleidingen, welke vallen onder de, overigens ruime, omschrijving
van artikel 2, letter a, van nevensgaand ontwerp-besluit.
In de tweede plaats wordt door de organisaties voorgesteld de tegemoet-
koming voor op de gemeentedienst gerichte opleidingen en andere op-
leidingen, welke voor de gemeentedienst van rechtstreeks belang zijn, te
bepalen op ïenminste 75 van de studiekosten. Een eventuele verhoging
van dit percentage zou naar onze mening niet in overeenstemming zijn
met een goede afweging van de belangen van de gemeente en die van de
betrökken ambtenaar. Ook het rijk gaat voor zijn personeel in deze niet
verder dan een vergoeding van 75 der kosten.
Aangezien wij een herziening der bestaande verordening op verschillen-
de, zij het ook ondergeschikte, onderdelen gewenst achtten en voorts
enkele begripsomschrijvingen in verband met de inwerkingtreding van
het Algemeen Ambtenarenreglement noodzakelijk bleken, hebben wij er
de voorkeur aan gegeven een geheel nieuwe verordening aan Uw College
ter vaststelling aan te bieden.
Voor enkele meer belangrijke verschilpunten mogen wij hieronder nog
in het bijzonder Uw aandacht vragen.
Toegevoegd is de vergoeding genoemd onder b van artikel 2 van het
ontwerp.
Volgens artikel 3, onder c, komen thans ook de kosten van noodzakelijk
studiemateriaal voor vergoeding in aanmerking.
Bij afwijzing ten tweede male voor een examen kan thans blijkens het
bepaalde in artikel 6 de tegemoetkoming in bijzondere gevallen nog tot
een daarop volgend examen worden doorbetaald.
Tenslotte is de verplichting tot terugbetaling der tegemoetkoming,
indien men binnen drie jaren na de dag waarop de opleiding met goed
gevolg is beëindigd de overheidsdienst verlaat, beperkt tot hetgeen deze
tegemoetkoming meer heeft bedragen dan f 300,en is de termijn van
drie jaren teruggebracht tot twee jaren.