73
2e afd.
24 mei 1962
teg-emoetkoming wordt toegekend. Deze termijn wordt in het algemeen
gesteld op het tijdvak, dat voor het met goed gevolg beëindigen van de
studie normaal geacht wordt.
2. Wanneer de ambtenaar wegens aan hem te wijten omstandigheden
met geregeld of onvoldoende studeert en daardoor niet in staat kan
worden geacht de studie in de normale tijd te volbrengen, kunnen bur-
gemeester en wethouders de uitkering van de tegemoetkoming staken
dan wel beëindigen.
3. Wanneer na toepassing van het vorige lid de gestaakte uitkering wordt
hervat, zal het totaal der tegemoetkomingen tot aan de beëindiging
van de studie geen hoger bedrag mogen belopen dan het bedrag, dat
zou zijn toegekend, indien de studie normale voortgang zou he'bben
gevonden tot aan het einde van de krachtens het eerste lid gestelde
termijn.
Artikel 5.
Tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden redelijkerwijze
niet van hem kan worden verlangd, is de ambtenaar, aan wie een tege-
moetkoming is toegekend, verplicht zich aan het einde van de ingevolge
artikel 4 bepaalde termijn aan het eerstvolgende voor zijn studie gelden-
de examen te onderwerpen en de uitslag van dit examen onder overleg-
gmg van de hem eventueel verstrekte puntenlijst ter kennis van burge-
meester en wethouders te brengen.
Artikel 6.
Wanneer de ambtenaar bij het afleggen van het examen de eerste maai
niet slaagt, kunnen burgemeester en wethouders de termijn, gedurende
welke de tegemoetkoming is toegekend, tot het tijdstip van het eerstvol-
gende examen verlengen en in bijzondere gevallen nog tot een daarop
volgend examen.
Artikel 7.
De ambtenaar, die voor een tegemoetkoming in de studiekosten in aan-
merking wenst te komen, dient zich met een met redenen omkleed ver-
zoekschrift tot burgemeester en wethouders te wenden. In dit verzoek-
schrift dient de ambtenaar mede te delen, in hoeverre hij al dan niet in
aanmerking komt voor het verkrijgen van een studiebeurs of soortgeiijke
bijdragen van andere instellingen dan de gemeente. Hij is voorts verplicht
alle gegevens te verstrekken, welke voor de beslissing op zijn verzoek
noodzakelijk worden geoordeeld.
Artikel 8.
De tegemoetkoming wordt niet toegekend dan nadat de ambtenaar
schrifteiijk heeft verklaard dat hij:
1. het totaal ontvangen bedrag binnen een redelijke termijn zal terug-
betalen, indien hij:
a. de verplichting, hem ingevolge artikel 5 opgeiegd, niet nakomt;
b. de studie, waarvoor de tegemoetkoming is verleend, beëindigt, voor-
dat deze tot het behalen van het daaraan verbonden diploma heeft
geleid, tenzij voortzetting redelijkerwijze, zulks ter beoordeiing van
burgemeester en wethouders, niet van hem kan worden verlangd;
c. vöör het einde van de studie, waarvoor de tegemoetkoming is ver-
leend, de overheidsdienst verlaat anders dan met recht op wacht-
geld, uitkering op grond van de uitkeringsverordening of onmid-
dellijk ingaand pensioen;