2e afd. 24 mei 1962 73
2. van het totaal ontvangen bedrag, voor zover dit meer bedraagt dan
f 300,zal terugbetalen zoveel maal 1/24 deel, als hij volle kalender-
maanden vöör het einde van een termijn van twee jaren na de dag
waarop de opleiding met goed gevolg is beëindigd de overheidsdienst
verlaat anders dan met recht op wachtgeld, uitkering op grond van
de uitkeringsverordening of onmiddellijk ingaand pensioen.
Artikel 9.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, o.a. op
grond van de sociale omstandigheden van de belanghebbende, zulks te hun-
ner beoordeling, geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de in artikel
8 bedoelde verplichting tot terugbetaling.
Artikel 10.
De uitbetaling van de tegemoetkoming geschiedt na afloop van elk ka-
lenderkwartaal, nadat de ambtenaar zoveel mogelijk de bewijsstukken be-
treffende zijn uitgaven wegens studiekosten bij burgemeester en wethou-
ders heeft ingediend. De bewijsstukken betreffende het aangeschafte stu-
diemateriaal dienen door of vanwege de studieleiding voor akkoord te zijn
getekend.
Artikel 11.
De over de tegemoetkoming eventueel verschuldigde loonbelasting en
premiën ingevolge de Algemene Ouderdomswet en Algemene Weduwen- en
Wezenwet worden voor rekening der gemeente genomen.
Artikel 12.
Deze verordening kan worden aangehaald ais „Studiekostenverordening
ambtenaren".
Zij treedt in werking op 1 juni 1962, met ingang van welke datum
vervalt de Studiekostenverordening gemeentepersoneel, vastgesteld bij
raadsbesluit van 31 maart 1955, no. 27 en gewijzigd bij raadsbesluit van
28 april 1960, no.M-.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 24 mei 1962.
De voorzitter,
>e secretaris,