4e Afd. 24 mei 1962. 53 STICHTING EN EXPLOITATIE GEMEENSCHAPPELIJK WOONWAGENKAMP. Aan de Raad, De enige jaren geleden aan het woonwagenkamp aangebrachte verbete- ringen hebben, zoals U bekend is, niet dat gunstige effect gehad op de levenswijze van de bewoners, als werd gehoopt. Wel is daarna, door de individuele inspanning van enkele belangstellenden, een perspectief geopend voor de aanpassing van het gedragspatroon van de bewoners aan dat van de ,,normale" gemeenschap, maar daardoor is tevens duidelijk geworden, dat voor het scheppen van alle voorwaarden, die de bedoelde aanpassing mogelijk maken, middelen nodig zijn die door een gemeente als de onze niet kunnen worden opgebracht. In het kader van het intergemeentelijk overleg tussen de gemeentebe- sturen van Zuid-Kennemerland is ook het woonwagenvraagstuk aan de orde gekomen; ook de andere gemeentebesturen hadden ervaren dat de integratie van de woonwagenbevolking in de samenleving slechts door ge- zamenlijke inspanning kan worden bereikt. De vicieuze cirkel waarin de woonwagenbevolking geleefd heeft en veel- al nog leeft: onaangepastheid onmaatschappelijk gedrag verwijde- ring uit de normale samenleving door concentrering van de bewoners in een excentrisch gelegen kamp (vaak weinig confortabel om de aantrek- kingskracht niet groot te maken) verdere onaangepastheid, kan niet doorbroken worden door een betere inrichting van het kamp alleen. Voor een doeltreffende doorbreking is het nodig dat op velerlei gebied voorzieningen worden getroffen: in de eerste plaats denken wij aan het geven van algemeen vormend onderwijs aan de jeugdige bevolking (het analphabetisme in deze categorie is nog steeds groot) en van vakscholing alsmede in aansluiting daaraan van arbeidsbemiddeling; voorts aan het nemen van maatregelen op hygiënisch gebied, zowel door het aanbren- gen van riolering, waterleiding, e.d., als door het geven van voorlichting; wij denken o.a. ook aan het verzorgen van een maatschappelijke begelei- ding en aan het verschaffen van recreatieruimte en van ruimte voor het houden van godsdienstoefeningen op het eigen kampterrein, waardoor de bewoners voorlopig in eigen kring de vaak verslapte band met de kerk weer zullen kunnen verstevigen. De gesprekken in intergemeentelijke kring over deze aangelegenheid zijn tot een voorlopige afronding gekomen: overeengekomen is de raden van de betrokken gemeenten het betreft hier Bennebroek, Bloemendaal, Haarlem, Haariemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemstede, Zandvoort en wellicht ook Aalsmeer voor te stellen in principe te be- sluiten tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling tot stichting en exploitatie van een streekwoonwagenkamp binnen de gemeente Haar- lemmermeer, geschikt voor 80 woonwagens. Dit kamp zal o.a. worden voorzien van sanitair, een school, een gebouw o.a. geschikt voor gods- dienstoefeningen en recreatie, bedrijfsruimten en toezicht. Het Ministerie van Maatschappelijk Werk geeft verschillende subsidies en wel in de stichtingskosten van het kamp (maximaal /200.000,van het kampgebouw (/50.000,in eens en /2.500,in de jaarlijkse exploi- tatie ervan) en in de kosten van het maatschappelijk werk (ten minste 75 der kosten). De overblijvende exploitatiekosten zullen aldus is in principe overeengekomen door de deelnemende gemeenten in evenredig- heid van het aantal inwoners worden gedragen. Voorts is, zulks op aandrang van het gemeentebestuur van Haarlem- mermeer, besloten dat bij de gemeenschappelijke regeling een rechtsper- soonlijkheid bezittend lichaam met organen zal worden ingesteld, zodat het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 7