76
4e afd.
28 juni 1962.
VERORDENING OP HET VEI.I.EN VAN HOUTOPSTANDEN
..KAPVERORDENIN G"
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 juni 1962
met het advies van de commissie voor de strafverordeningen
gelet op de artikelen 15 en 17 van de Boswet;
BESLUIT:
I. met ingang van de dag van inwerkingtreding van de onder II genoem-
de verordening artikel 272a der Algemene Politieverordening in te
treKKen j
II. vast te stellen de navolgende
VERORDENING OP HET VELLEN VAN HOUTOPSTANDEN
Artikel 1.
1. Onder ..houtopstanden" wordt voor de toepassing van deze verordeninsr
verstaan hakhout of één of meer bomen.
2. Onder „vellen" wordt voor de toepassing van deze verordening mede
verstaan rooien alsmede het verrichten van handelingen welke de dood
of ernstige beschadiging van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
3. Onder „dunning" wordt voor de toepassing van deze verordening ver-
staan velling, welke uitsluitend als een verzorgingsmaatregel ter be-
vordering van de groei van de overblijvende houtopstand moet worden
beschouwd.
Onder „bebouwde kom" wordt voor de toepassing van deze verordening
verstaan de bebouwde kom van de gemeente, zoals deze ingevolge ar-
tikel 8 van de Wegenverkeerswet is vastgesteld.
4.
Artikel 2.
1.
Het îs verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders
een houtopstand te vellen anders dan bij wijze van dunning.
2. Het verbod is niet van toepassing op:
a. wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of Iangs landbouw-
gronden, beide voor zover bestaande uit populieren of wilgen;
b. vruchtbomen en windschermen om boomgaarden;
c. fijnsparren, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als
kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde ter-
reinen;
d. kweekgoed.
3. Ten aanzien van houtopstanden, welke deel uitmaken van bosbouwon-
dernemingen, die als zodanig bij het Bosschap geregistreerd staan en
gelegen zijn buiten de bebouwde kom, is het verbod slechts van toe-
passmg op houtopstanden, welke een zelfstandige eenheid vormen en
hetzïj geen grotere oppervlakte beslaan dan 10 are, hetzij ingeval 'van
rijbeplantmg, gerekend over het totaal aantal rijen, niet meer bomen
omvatten dan 20.
Artikel 3.
D® vergunning moet worden aangevraagd door degene, die krachtens
zakelijk recht gerechtigd is over de houtopstand te beschikken
2. Als een vergunningsaanvraag wordt mede beschouwd de kennisgeving