76 4e afd. 28 juni 1962. van een voorgenomen velling aan de directeur van het Staatsbosbeheer, als bedoeid in artikel 2 van de Boswet. Artikel 4. 1. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken nadat de aan- vraag is ingekomen. Zij kunnen bij ter kennis van de aanvrager te brengen besluit hun beslissing met ten hoogste vier weken verdagen. 2. De vergunning wordt geacht te zijn geweigerd, indien geen beslissing is genomen binnen de in het eerste lid bedoelde termijn. Artikel 5. 1. Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning slechts weigeren in het belang van de handhaving van het natuur-, landschaps- of dorps- schoon. 2. Een beschikking als bedoeld in het eerste lid is met redenen omkleed en wordt onverwijld schriftelijk ter kennis van de aanvrager gebracht. 3. Aan de vergunning kan de voorwaarde worden verbonden, dat de grond binnen een bepaalde termijn wordt herbeplant. Artikel 6. Op een verzoek om schadevergoeding beslist de raad naar de regels van artikel 13 lid 4 van de Boswet. Artikel 7. Bij de toezending van een beslissing als bedoeld in artikel 5, lid 1 en in artikel 6 doen burgemeester en wethouders mededeling van de rechten, die de belanghebbende kan ontlenen aan de artikelen 16 en 17, respectieve- lijk artikel 17 van de Boswet. Artikel 8. 1. Hij, die handelt in strijd met het in artikel 2 bedoelde verbod, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geld- boete van ten hoogste driehonderd gulden. 2. De bestuurder, het bestuurslid of de commissaris van een rechtsper- soon die opdracht gaf tot of de feitelijke leiding had bij een handeling van de reehtspersoon in strijd met het in artikel 2 bedoelde verbod, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Artikel 9. 1. Met het opsporen van overtredingen van deze verordening zijn behalve de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen belast de door burgemeester en wethouders aan- gewezen ambtenaren van Openbare Werken. 2. De in het vorige lid bedoelde personen zijn ter uitvoering van deze verordening bevoegd ook tegen de wil van de rechthebbende diens grond te betreden. Artikel 10. 1. Deze verordening kan worden aangehaald als ,,Kapverordening". 2. Zij treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkon- diging. Gedaan ter openbare raadsvergadering van 28 juni 1962. >e secretaris, ►e vojoratter,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 9