28 juni 1962 110 Wethouder Corver zegt, dat dit punt in de vergadering van de financiële commissie ter sprake is gebracht waarbij de leden gevraagd is dit in hun fractie te willen bespreken. De Voorzitter werkt op, dat het dus niet als agendapunt is behandeld. Mr. Pliester zegt, dat zijn fractie zich heeft afgevraagd of de voorge- stelde verhoging eigenlijk wel gewenst is. Twee jaar geleden heeft ook al een verhoging van de bezoldiging van de wethouders plaats gehad. Wanneer men de verhoging van de salarissen van de ambtenaren daarmee vergelijkt, rijst bij sprekers fractie enige twijfel of er wel aanleiding be- staat de salarissen van de wethouders met zo'n groot bedrag te verhogen. Beziet men de wethouderssalarissen als een percentage van het salaris van de burgemeester en gaat men daarbij uit van een bepaalde omvang van de gemeente, dan zit er een erg algemene lijn in en wordt zo weinig rekening gehouden met het individuele geval. Het maakt n.l. naar sprekers gevoel een groot verschil of een gemeente dicht bij een grote stad ligt, omdat dan allerlei zaken door die grote stad in samenwerking met omliggende ge- meenten worden geregeld, waardoor veel werk als het ware in een andere gemeente gebeurt. Had het gekund, dan zou spreker hebben voorgesteld dit voorstel aan te houden tot september. Mogelijk dat dan de factor of er 3 of 4 wethouders zullen zijn een rol kan spelen. Men moet er z.i. rekening mee houden, dat het hier niet gaat om een salariëring maar om een zekere vergoeding. Spreker vraagt zich af of het wel gewenst is, dat Heemstede in haar groep de maximum-vergoeding toekent. Hij zou daar graag de me- ning van burgemeester en wethouders over willen horen. De heer Verhoeven is van mening, dat in het algemeen de topfuncties bij de gemeente en men mag zeker het wethouderschap een topfunctie noemen in het algemeen onvoldoende gesalarieerd worden. Het werk van een wethouder vergt enorm veel tijd. Vroeger was het een erebaantje en was het dus mogelijk dat men het werk tegen een kieine vergoeding deed, maar nu is dat niet mogelijk. Het moet zo zijn dat iederéén een wet- houdersfunctie kan vervullen en dan is er sprake van een honorering van diensten. Als dat het geval is, is spreker van mening, dat de functie van wethouder die niet te vergelijken is met die van een ambtenaar onvoldoende gehonoreerd wordt en dat iedere gelegenheid die er bestaat om die functie behoorlijk te doen honoreren moet worden aangegrepen. Als de raad dat niet doet, vindt spreker dat de raad zijn plicht tegenover de gemeente en tegenover hen die het gezag van de gemeente moeten op- houden, niet goed vervult. Spreker zou er vanaf willen zien hier verder over te discussiëren. De heer Verkouw wil graag even aanknopen aan het gesprokene door de heer Pliester, waar hij opmerkte, dat hierbij gedacht mag worden aan de mogelijkheid, dat in de nieuwe raad 4 wethouders zullen worden be- noemd. Men zal begrijpen, dat van de zijde van zijn fractie daartegen geen bezwaren bestaan. Spreker wil zelfs nu al graag de hoop uitspreken, dat men het straks, zonder politieke spitsvondigheden en haarkloverijen, daarover eens kan worden. Bij het bepalen van de salarissen van de wethouders speelt nôg een punt een belangrijke rol. Wethouder van Lent zal n.l. niet meer in de raad terugkeren en dat betekent, dat hij gepensioneerd zal worden. In artikel 8 van de „Uitkerings- en pensioensverordening wethouders" staat, dat het pensioen berekend wordt naar de laatstelijk als zodanig genoten wedde. Als de raad nu geen beslissing neemt om deze wedde op f 7080,door gedeputeerde staten te laten vaststellen, dan betekent dat, dat zij gehand- haafd zal blijven op 6000,-. Spreker zou zich kunnen indenken, dat als men in september hierop terug wil komen, gedeputeerde staten er be- zwaar tegen zouden kunnen hebben om dan nog terugwerkende kracht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 5