4 september 1962.
158
II. BENOEMING WETHOUDERS
De Voorzitter deelt mede, dat het navolgende voorstel is ingediend:
"Ondergetekenden stellen voor om voor de komende zittingsperiode van
de raad het aantal wethouders te bepalen op 4." Get. Th. J. H. Verhoeven,
G. J. Willemse, O. H. van Wijk, E. M. J. Minderop, P. Zegwaart, Th. A. g!
Bekker, N. J. van der Linden, H. J. Verkouw, M. J. M. van der Hulst, me-
vrouw H. Cohen-Koster, mevrouw H. van der Meulen-Houwer en C
Brandsma.
De heer Verhoeven meent dat het niet nodig is dit voorstel nader toe te
lichten. Spreker zal, als de reacties daartoe aanleiding geven, nader op de
zaak ingaan.
Mr. Rutgers zegt, dat de fractie van de V.V.D., indachtig aan de
woorden die de voorzitter zojuist tot ons allen gesproken heeft, una-
niem het voorstel dat thans op tafel ligt, hetwelk beoogt op dit moment
het aantal wethouders van 3 op 4 te brengen, zakelijk volstrekt onverant-
woord en politiek kortzichtig acht. De zakelijke visie heeft hier niet voor-
op gestaan, terwijl zij toch naar de mening van zijn fractie de enige richt-
snoer is voor de bepaling van het aantal wethouders. De wet en de com-
mentaren daarop, voor zover spreker die heeft gelezen, gaan er allen van
uit, als vanzelfsprekend, dat het aantal wethouders op zakelijke gronden
wordt bepaald. Het gaat daarbij om het aantal inwoners, het grondgebied
eventueel de industrialisatie, omvangrijke overheidsbedrijven en dergelrfke
zakelijke motieven die kunnen leiden tot een verandering van het aantal
wethouders. Indien in deze de politiek een rol zou spelen, zou de wet
niet iedere gemeente beneden 20.000 inwoners een aantal van 2 wethouders
hebben toebedacht, want ook daar immers kunnen de politieke verhoudin-
gen zo liggen, dat een aantal van 3 wethouders, misschien nog wel meer,
beter zou kunnen zijn. Naar de mening van zijn fractie dient derhalve
eerst te worden bezien hoeveel wethouders nodig zullen zijn om de zaken
goed af te werken en daarna pas direct achtereen in de eerste plaats
hoe een zo goed mogelijke politieke samenstelling van het college kan wor-
den bereikt en in de tweede plaats, hoe de goede mensen op de goede
plaatsen kunnen komen. Voor sprekers fractie is het volkomen duidelijk,
dat objectief bezien 3 wethouders voldoende zijn. Spreker wijst er nog-
maals op, zoals hij in de vorige raad ook eens gezegd heeft, dat gemeen-
ten van 20.000 tot 100.000 inwoners kunnen bepalen 3 of 4 wethouders te
hebben en dat Heemstede met 26.000 inwoners toch wel dicht bij de on-
derste grens ligt. Wij hebben hier gelukkig geen bijzondere moeilijkheden,
geen wonderlijk gevormd grondgebied, geen industrialisatie van belang,
geen grote overheidsbedrijven, geen middelbare scholen e.d., die kunnen
leiden tot veel meer werk voor het college. Vergelijkbare gemeenten qua
inwonertal en ook qua aard als forensengemeente, hebben alle 3 wethou-
ders n.l. Epe, Ermelo, Renkum, Vught, Baarn, De Bilt, Soest. De uitzonde-
ring hierop vormt Wassenaar. Uit het vorige college is nimmer een klacht
gehoord over overbelasting. Nimmer heeft de raad gehoord, dat het college
het werk niet met zijn drieën aan kon, tijd te kort kwam en hulp nodig had.
Spreker zegt nu reeds en hlj wil daar nog wel op terugkomen als de
andere fracties een ander geluid laten horen, dat hij zich niet kan voor-
stellen, dat argumenten van zakelijke aard geleid hebben tot het voorstel
dat thans ter tafel ligt. Dan zijn het dus politieke argumenten geweest
die tot de mening hebben geleid, dat de samenstelling van het college al-
leen het beste kan worden gevormd op basis van 4 wethouders. Spreker
gelooft niet dat die politieke argumenten, zoals uit het voorgaande blijkt,
ter sprake behoren te komen. Desondanks heeft spreker wel gevoel voor dé
positie van een fractie die niet in het college zal zijn vertegenwoordigd en
toch een belangrijk deel van de bevolking representeert. Hoe zou hij, als