27 september 1962.
179
De suggestie van mevr. Cohen is vandaag voor het eerst ter tafel ge-
komen. Spreker meent namens het college te mogen toezeggen, dat deze
suggestie in het komende jaar nader onder de loupe zal worden genomen
om te beoordelen of zij mogelijk kan worden gevolgd. Als zodanig zit er
wel wat in.
Mr. Rutgers zegt, dat zijn fractie een voorstel zal indienen om vast te
ieggen hoe er gestemd wordt. Spreker wil nog iets zeggen op hetgeen te-
gen zijn mening is aangevoerd. Tot de heer Verkouw zegt spreker, dat
ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Spreker heeft geenszins diens
argumenten met een dooddoener af willen doen, integendeel, hij heeft met
enig enthousiasme zijn argumenten gevolgd. Spreker heeft geprobeerd
zakelijk te argumenteren. Hij handhaaft zijn bewering, dat, als iets juri-
disch juist is, het dat ook is in zijn gevolgen.
Spreker gelooft dat het goed is, dat hij nog eens nagaat wat er precies
gebeurt, want hij meent, dat daarover in de raad nog steeds niet het juiste
begrip bestaat. Wanneer de adviescommissie vindt, dat voor een bepaalde
woning meneer A in aanmerking komt, terwijl de eigenaar van mening
is dat meneer B er in moet komen en de adviescommissie adviseert ten
gunste van meneer A, dan is dat voor de eigenaar een teleurstelling en
zal hij dus afwachten of na zijn weigering om mede te werken, een vor-
dering voor meneer A volgt. Het gebeurt echter heel vaak, dat men alsnog
overeenstemming bereikt. Is dat niet het geval en wil men tot vordering
overgaan, dan komt de zaak voor dezelfde commissie die zich terzake van
dit onderwerp al een oordeel had gevormd. Het argument van de heer Van
Wijk, dat spreker 2 keer beroep mogelijk wil maken, is niet juist, want
men wordt de eerste keer, bij het uitbrengen van advies door de woon-
ruimtecommissie, niet gehoord. Zij vormt zich een oordeel op grond van
de stukken. In de vorderingscommissie krijgt de belanghebbende wel ge-
legenheid zijn bezwaren toe te lichten. Indien burgemeester en wethouders-
daarna tot vordering overgaan, staat er voor de betrokkene beroep open
bij gedeputeerde staten maar alleen dan, wanneer geen eenstemmig ad-
vies door de vorderingscommissie wordt uitgebracht. In feite heeft deze
commissie dus een belangrijke invloed op administratief rechterlijk ter-
rein.
Wat de heer Minderop naar voren heeft gebracht gaat er over, dat de
administratieve kant wordt gevolgd, dus niet de kant van de rechter en
dat doet de heer Minderop uiteraard deugd. Maar dat wil niet zeggen dat
de administratieve rechter geen belangrijke rechter is. De vorderingscom-
missie kan gedeputeerde staten de kans geven in te grijpen en men moet
niet te voren die kans verminderen door de adviescommissie met vorde-
ringszaken te belasten, die de weg naar gedeputeerde staten gauwer zal
afsnijden dan een aparte vorderingscommissie.
Spreker wil namens zijn fractie de volgende motie indienen:
,,De raad der gemeente Heemstede,
In aanmerking nemende, dat het wenselijk is in den vervolge de functies
in de commissie, bedoeld in artikel 8 der woonruimtewet 1947, niet meer
te doen vervullen door dezelfde personen, die deel uitmaken van de com-
missie van advies betreffende het verlenen van vergunning tot het in ge-
bruik nemen van woongelegenheid,
verzoekt burgemeester en wethouders een nieuwe voordracht te doen
voor benoeming van leden in de eerstgenoemde commissie, bij welk voor-
dracht rekening is gehouden met de hiervoor omschreven wenselijkheid.
Mevr. Van der Meulen meent, dat de heren juristen elkaar voldoende
hebben afgemaakt. Zij zal aan dat spelletje niet deelnemen. Omdat tot nu
toe heel zorgvuldig is vermeden dit te noemen, wil spreekster er op wij-
zen, dat het bij de toewijzing van woonruimte in de regel niet gaat over