129 2e Afd. 30 november 1962. VERPLAATSINGSKOSTENVERORDENING. Aan de Raad, Bij raadsbesluit van 29 juli 1948, no. 72 werd een regeling getroffen tot het toekennen van een vergoeding in verplaatsingskosten voor het ge- meentepersoneel. De inhoud dezer regeling stemde in grote trekken over- een met het Rijksverplaatsingskostenbesluit 1946. Dit laatste besluit is bij Koninklijk Besluit van 16 april 1962, staatsblad 150, vervangen door het Verplaatsingskostenbesluit 1962, dat te rekenen met ingang van 1 maart 1962 in werking is getreden. Ter uitvoering van dit besluit is door de Ministers van Binnenlandse Zaken en van Defensie een Verplaatsingskos- tenbeschikking uitgevaardigd, welke op dezelfde datum van kracht is ge- worden. Het Centraal Orgaan inzake gemeenschappelijke behandeling van ge- meentelijke personeelsaangelegenheden heeft in de totstandkoming van de nieuwe regeling voor het rijkspersoneel aanleiding gevonden een model te ontwerpen voor een door de gemeenten ten behoeve van haar personeel vast te stellen Verplaatsingskostenverordening, welk model op de rijks- regeling is afgestemd. Over het model is in het Centraal Orgaan overeen- stemming met de personeelsorganisaties bereikt, zodat, wanneer tot in- voering daarvan in de gemeenten wordt besloten, plaatselijk overleg ach- terwege kan blijven. Wij achten het gewenst, dat de voor het personeel onzer gemeente te treffen regeling in overeenstemming is met bovengenoemd model. De in nevensgaand ontwerp-besluit vervatte verordening wijkt daar dan ook op slechts enkele ondergeschikte punten van af. De voornaamste verschillen ten opzichte van het thans geldende ge- meentelijk verplaatsingskostenbesluit zijn de volgende. Het bedrag der vergoeding voor de uit de verhuizing direct voortvloeien- de kosten za) volgens de nieuwe regeling 10 van de jaarwedde kunnen bedragen met een minimum van f 500,Volgens de bestaande regeling bedraagt dit percentage 5 en geldt geen minimum. Voorts worden een tweetal nieuwe vergoedingen ingevoerd n.l.: een bedrag voor eventuele opknapkosten aan de nieuwe woning en een bedrag voor eventuele dubbele huishuur, voor zover betaling daar- van in het belang van de dienst kan worden geacht. Onder opknapkosten worden verstaan de kosten van die werkzaamhe- den, welke strikt noodzakelijk zijn om de huurwoning in bewoonbare staat te brengen, voor zover deze kosten niet ten laste van de huiseigenaar kun- nen worden gebracht. Van deze opknapkosten blijft een bedrag van 1 der wedde van belanghebbende voor diens rekening, terwijl de vergoeding als regel een bedrag van 500,niet te boven zal gaan. Terugbetaling der genoten vergoedingen tenslotte zal in het vervolg niet alleen plaats hebben bij ontslag binnen twee jaren na de indiensttreding, doch ook bij ontslag binnen één jaar na de verhuizing. Wij stellen U voor de nieuwe Verplaatsingskostenverordening overeen- komstig bijgaand ontwerp vast te stellen. Heemstede, 14 november 1962. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, A. van Wingerde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 16