130
J
2e Afd
30 november 1962
TEGEMOETKOMING IN VEKPLAATSINGSKOSTEN
AAN ONDERWIJZEND PERSONEEL.
Aan de Raad,
Bij Uw besluit van 25 november 1948, no. 125 werd de regeling tot het
toekennen van een vergoeding in verplaatsingskosten voor het gemeente-
personeel (verplaatsingskostenbesluit), vastgesteld bij Uw besluit van
29 juli 1948, no. 72, van toepassing verklaard op de onderwijzers aan de
openbare en bijzondere scholen voor lager onderwijs.
Onder verwijzing naar ons voorstel van heden no. 129 tot vaststelling van
een nieuwe verplaatsingskostenverordening stellen wij U voor het voor-
noemde besluit van 25 november 1948 te vervangen door een besluit vol-
gens bijgevoegd ontwerp, waarbij deze nieuwe verordening van toepas-
sing wordt verklaard op het onderwijzend personeel.
Heemstede, 14 november 1962.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard,
De secretaris,
A. van Wingerde.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op artikel 33 der Lager-onderwijswet 1920;
BESLUIT:
I. in te trekken zijn besluit van 25 november 1948, no. 125 tot toekenning
van een vergoeding in verplaatsingskosten aan onderwijzers der open-
bare en bijzondere lagere scholen, gewijzigd bij raadsbesluit van 27
januari 1949, no. 2;
H. de Verplaatsingskostenverordening, vastgesteld bij zijn besluit van
heden no. 129 van toepassing te verklaren op de onderwijzers aan de
openbare en bijzondere scholen te Heemstede, waarbij wordt verstaan
onder:
a. ,,onderwijzers": hoofden van scholen, onderwijzers en onderwijze-
ressen, alsmede de leerkrachten, die uitsluitend zijn belast met het
geven van onderwijs in één of meer vakken genoemd in artikel 2,
onder h tot en met x der Lager-onderwijswet 1920 en in de ver-
vulling van hun betrekking aan die scholen of aan een groep van
die scholen, gelegen in de gemeente, een volledige dagtaak vinden;
b. ,,scholen": scholen voor gewoon, voortgezet gewoon en uitgebreid
lager onderwijs mits, voor zover het bijzondere scholen betreft,
zij voldoen aan de voorschriften der artikelen 89 tot en met 96 der
Lager-onderwijswet 1920 en scholen voor buitengewoon lager on-
derwijs, mits, voor zover het bijzondere scholen betreft, zij voldoen
aan de voorwaarden ingevolge de algemene maatregel van bestuur,
bedoeld in de artikelen 127 en 128 der Lager-onderwijwet 1920;
III. te bepalen, dat het onder I en II vermelde wordt geacht in werking
te zijn getreden met ingang van 1 maart 1962.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 30 november 1962.
De secretaris,
De voors
zitter,