142
4e afd.
30 november 1962
DELEGATIE BEVOEGDHEID TOT VEKVBEEMDEN
VAN GEMKENTE EIGENDOMMEN.
Aan de Raad,
Volgens artikel 171 van de gemeentewet besluit de raad o.m. tot het
kopen, ruilen of vervreemden van gemeente-eigendommen. Ter verlichting
van de arbeid van de raad in zaken van geringe importantie kunnen bur-
gemeester en wethouders, indien de raad daartoe op grond van artikel 212
van de gemeentewet besluit, bovengenoemde bevoegdheden uitoefenen naar
door de raad te stellen regelen.
Met gebruikmaking van laatstgenoemd artikel heeft Uw College by be-
sluit van 29 juli 1937, later gewijzigd bij Uw besluiten van 31 oktober 1946
en 10 januari 1958, onder bepaalde voorwaarden de bevoegdheid tot het
kopen en ruilen van gemeente-eigendommen en het aanvaarden om niet
van grond, alsmede om de gekochte of enmiet verkregen grond zo nodig
als openbare weg aan te leggen, aan ons gedelegeerd.
Op grond van dit delegatiebesluit hebben wij in de loop der jaren vele
kleine zaken afgedaan, zoals uit het U jaarlijks verstrekte overzicht van
de door ons verrichte transacties blijkt.
De laatste tijd is meerdere malen behoefte gebleken aan eenzelfde over-
dracht van bevoegdheid terzake van het vervreemden van kleine stukken
gemeentegrond. Gezien de ervaring met eerdergenoemd delegatiebesluit ver-
dient het naar onze mening dan ook aanbeveling de bevoegdheid tot het
vervreemden van gemeente-eigendommen onder bepaalde voorwaarden aan
ons college over te dragen.
In Uw meergenoemd delegatiebesluit is als voorwaarde opgenomen, dat
de voor de gemeente aan iedere transaktie verbonden lasten niet meer
zullen bedragen dan f 1000,In een besluit tot delegatie van de bevoegd-
heid tot het vervreemden van gemeente-eigendommen kan dezelfde limiet
worden aangehouden en derhalve worden bepaald, dat de waarde van de te
vervreemden eigendommen niet meer dan f 1000,zal mogen bedragen.
Voorts kunnen de voorwaarden, genoemd in bovengenoemd raadsbesluit van
29 juli 1937, ook in dit besluit worden opgenomen, t.w. dat vooraf het oor-
deel wordt gevraagd van de commissie voor openbare werken; dat, indien
geen eenstemmigheid over ons voorstel in deze commissie kan worden ver-
kregen, Uw Raad de beslissing aan zich voorbehoudt en tenslotte, dat aan
Uw College éénmaal 's jaars een overzicht wordt gegeven van de door ons
te dezer zake genomen besluiten.
Wij stellen U voor overeenkomstig bijgevoegd ontwerp te besluiten.
Heemstede, 31 oktober 1962.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
A. van Wingerde.