13 december 1962.
241
Men bedenke in dit pleidooi, dat al die maatregelen te zamen ook be-
vorderlijk zijn voor de afschuiving van bewoners van de ene categorie
woningen naar de andere en daardoor in het belang zijn van de gehele
bevolking.
Er schijnt toch nog enig misverstand te bestaan bij degenen die menen,
dat door het bouwen van woningen door particuliere organisaties, (îk be-
doel premiewoningbouw en U weet welke particuliere organisatie ik hier
beschouw,) de bouw van woningen door het woningbouwspaarfonds, waar-
over we in een voorgaande vergadering spraken, in het nauw zou komen.
Natuurlijk, men kan bouwgrond maar éénmaal uitgeven, maar als die
woningbouwspaarkas, die ook geen huurwoningen bouwt, hier in Heem-
stede niet bouwen kan om welke reden dan ook, dan kan de Heemsteedse
spaarder zijn geld opvragen en dan kan hij bij de stichting, die ik zo
straks bedoelde ,dat geld als aanbetaling op de koopsom storten, zodat hij
minder geld op hypothecaire annuïteitenlening behoeft op te nemen en
dus minder aan huur (want zo betitelen velen hun betaling van rente en
aflossing) moet betalen dan anderen, die niet zo'n spaarpot hebben. De
stichting die ik bedoel heeft géén grote staf van personeei zoals de wo-
ningspaarkas wel bezit. Haar woningen zijn ook in deze tijd goedkoper.
Als de gemeente dus gronden toevertrouwt aan de bedoelde stichting,
worden andere inwoners, spaarders bij die woningspaarkas, er niet door
geschaad, want ze kunnen overgaan.
Een ander nijpend probleem is de zorg voor parkeerruimte, die niet in
voldoende mate in de gemeente aanwezig is. Een grote stap voorwaarts
zou de demping van de Blekersvaart zijn. Men heeft dit reeds meerdere
malen in deze raad gezegd.
Een deel van het overschot op de gemeente begroting worde aangewend
voor verbetering van de Leidsevaartweg, waar het verkeer werkelijk le-
vensgevaarlijk is. Het gemeentebestuur diene hiervoor zo spoedig moge-
lijk plannen bij de gemeenteraad in.
Waarom denkt het gemeentebestuur er nog maar niet aan om onze 2
bedrijven samen te brengen in één gebouw of aan een combinatie van be-
drijven en gemeentewerken. Indien beide bedrijven in 1 gebouw zouden
zijn ondergebracht hebben we in de toekomst slechts 1 directie en 1 per-
soneelsadministratie en wellicht ook 1 administratie nodig. Het gebouw
van O.W. ware dan bijvoorbeeld te bestemmen voor zo'n tehuis voor chro-
nisch bejaarde zieken, waarop ik in het voorgaande doelde.
Aan de classici in deze gemeenteraad is het ongetwijfeid niet onbekend,
dat er een latijns spreekwoord is dat zegt, dat het venijn in de staart zit.
Het is niet om die reden, dat ik het onderwerp, dat ik thans moet gaan
bespreken aan Uw college voorleg.
Gisteren zei minister Heilsham over de Amerikaans Engelse crisis van
dit ogenblik over de Skybolt, dat de Amerikanen zijn: „vrienden die zo
gewend zijn geraakt aan onze vriendschap, dat ze zich niet bekommeren
over onze gevoelens." Toen ik dat las moest ik denken aan wat ik tevoren
had geschreven.
Mijn fractie heeft grote bezwaren tegen de wijze waarop Uw college
gemeend heeft na de verkiezing van 4 wethouders en na de verkiezingen,
waarop ik alleen in tweede instantie zal terugkomen wanneer andere
sprekers mij daartoe zouden nopen, de portefeuilles die door de leden van
Uw college beheerd worden te hergroeperen. U zult wellicht zeggen, dat
dit geen zaak is die de raad aangaat, maar ik heb het recht om mijn be-
zwaren tegen het beleid van Uw college kenbaar te maken en dat is een
beleidszaak.
Onze bezwaren gaan uit:
a) naar de wijze waarop dit is geschied. De beide nieuwkomers in Uw
college mevrouw Van der Meulen en de heer Bekker hebben de sterke
indruk gekregen (en ik druk me hierbij zeer zwak uit) dat ze voor een