13 december 1962.
243
meenteraadsfractie werken: in verhouding tot het landelijk beeld heeft de
V.V.D. in Heemstede bepaald geen slecht figuur geslagen.
Dit laatste is overigens voor ons, als liberalen, een geringe troost en
nog minder een slaapmiddei. Vergeleken bij 1958 verloor de V.V.D. ook in
Heemstede een duizendtal stemmen en het lijkt mij voor de V.V.D. gezon-
der om daar naar te kijken dan naar het gedeeltelijke behoud van de grote
vooruitgang, welke in 1958 ten opzichte van 1953 werd behaald.
Het heeft weinig zin hier over de oorzaken van het verlies te praten: zij
liggen, zoals ik reeds zei, alle op landelijk niveau. Wel wil ik iets dieper
ingaan op de betekenis van het feit, dat een duizendtal Heemstedenaren,
die in 1958 op de V.V.D.-lijst stemden, nu hetzij op de P.v.d.A., hetzij op
de Protestants Christelijke groep en in mindere mate op de K.V.P. hebben
gestemd. Hebben deze medeburgers een belangrijke verandering van po-
litieke visie doorgemaakt natuurlijk niet. Voorzover zij niet om vol-
strekt onprincipiële redenen dit keer overstag zijn gegaan (en dan een
volgende keer wel eens zullen terugkeren), hebben zij deze maal aan hun
solidariteitsgevoel of aan hun godsdienstige overtuiging de overhand
gelaten boven hun drang naar geestelijke vrijheid.
Het gaat in de politiek immers om een rangorde van waarden. Ik claim
wel degelijk een groot solidariteitsgevoel en ik hecht zeer aan mijn chris-
telijk geloof, maar ik ben volbloed liberaal omdat ik in mijn politieke acti-
viteit de geestelijke vrijheid als hoogste waarde beschouw; want slechts
wanneer wij deze geestelijke vrijheid als hoogste waarde nemen, kunnen
wij de voorwaarden scheppen, waaronder de burgers hun zelfstandige
krachten zô volledig kunnen ontwikkelen als mogelijk is in het organisch
verband van het geheel (Het lijkt mij billijk te vermelden, dat deze fraaie
tirade niet van mij afkomstig is maar is overgenomen uit het boek ,,Om
de Vrijheid" dat de Heemsteedse V.V.D.er Mr. Zonderland in 1961 publi-
ceerde).
Bij de confessionelen en bij de socialisten zijn er velen, die de geestelij-
ke vrijheid zeer hoog op hun lijstje van politieke waarden hebben staan,
en helaas na de laatste verkiezingen weer iets meer dan daarvoor. Op hen
allen slaat de V.V.D. bij de volgende verkiezingen wederom begerig het
oog, want het is nu eenmaal ook een functie van een politieke partij om
zoveel mogelijk kiezers achter haar vaan te krijgen. Er is nog een schoon
arbeidsveld voor de V.V.D. aanwezig, want er zijn om een strikt wille-
keurig voorbeeld te noemen zeker meer katholieken die de geestelijke
vrijheid in politieis nummer één stellen dan liberalen, die in politicis aller-
eerst op de grondslag staan van de natuurlijke zedenwet en de Goddelijke
Openbaring, waarbij de uitspraken van het Kerkelijk Leergezag worden
aanvaard. Mutatis Mutandis geldt hetzelfde in mindere of meerdere mate
voor liberaal-gezinden in de P.v.d.A. en de Christelijke groeperingen.
Eerst als alle liberalen op de V.V.D. stemmen en dat is de enige gezon-
de toestand kan de V.V.D. tevreden zijn; zover zijn we bepaald nog niet.
Om nu nog even terug te komen op de samenwerking in de raad: de
V.V.D.-fractie zal ook deze komende jaren gaarne samenwerken met an-
dere fracties en dat niet alleen op vele technisch-practische punten, waar-
bij de politieke achtergrond niet of nauwelijks een rol speelt, maar ook
op het politiek vlak, voorzover de scala der politieke waarden dat toelaat.
Voor de volledigheid moge ik dat nog even vertalen voor mijn K.V.P.-
vrienden in de taal van hun verkiezingspamflet: de V.V.D.-fractie zal ook
in de komende jaren gaame beurtelings met andere fracties meegaan en
trachten zodoende „de markt min of meer te beheersen".
Ik geloof n.l. dat in dat pamflet heeft gestaan, dat er een volledig dui-
delijke vorm van samenwerking moet zijn. Alleen is er achter gezet, dat
dat slechte gevolgen heeft gehad. En over die slechte gevolgen zal ik
gaarne nader worden ingelicht, want die zijn mij niet bekend.
De K.V.P.-fractie wil de aandacht, die ik dit jaar in het vooraf gezegde