13 december 1962.
255
zou zijn, indien naast vervulling van deze wensen ook meerdere kapitaals-
werken zijn uitgevoerd.
In juist genoemd kader achten wij het ook verheugend, dat krachtig
wordt voortgegaan met inhalen van achterstallig onderhoud en verbete-
ring van gebouwen, zoals bijvoorbeeld in de onderwijsbegroting opgeno-
men.
Uit een en ander moge blijken, dat wij in de grote lijn ons kunnen ver-
enigen met hetgeen burgemeester en wethouders in hun begrotingsmemo-
rie stellen. Krachtige uitvoering bevelen wij aan. Een enkele kritische
opmerking zult u mogelijk nog hierna horen.
Reeds meer is door mij betoogd, dat financiële onafhankelijkheid een
besliste voorwaarde is voor vrij handelen van de gemeente, voorzover
vrijheid wordt gelaten. Hoe zullen wij die vrijheid gebruiken
Het viel mij op, dat burgemeester en wethouders in hun memorie voor-
rekenen, dat naast de kosten van verlaging van het elektriciteitstarief,
waarmede wij geheel akkoord gaan, de uitgaven slechts met 40.000,
stegen. Terwijl de raming voor de post ,,onvoorziene" uitgaven lager kon
zijn. Een bedrag van 2,per inwoner werd door andere gemeenten aan-
gehouden, zo wordt gezegd. En er zullen nog wel meevallers komen, waar-
mede deze post kân worden aangevuld, als die onvoldoende is. Die tweede
toelichting werd ook al verleden jaar gegeven.
Ik moet opmerken, dat op een enkel jaar na, onze gemeente steeds voor-
zichtig heeft geraamd en er nog allerlei meevallertjes waren bij de af-
sluiting van de rekening. Ik vind dit gezond. Er zit echter camouflage in
de begroting, als de post onvoorziene uitgaven te laag wordt geraamd.
Kennelijk geloven zelfs burgemeester en wethouders niet, er met het
bedrag van 52 mille te komen, buiten te hopen extra lasten van kapitaals-
werken, welke nu eindelijk uitgevoerd kunnen worden. Dit geldt temeer,
omdat ondanks herhaald verzoek uit de raad, burgemeester en wethouders
in de loop van het jaar met allerlei posten komen voor zaken, welke men
al liever in de begroting had gezien, omdat men dan voor het gehele jaar
ziet, wat burgemeester en wethouders in petto hebben. Daarnaast spreken
burgemeester en wethouders van wel te verwachten meevallers, doch van
tegenvallers wordt niet gesproken. Om een enkel voorbeeld te noemen:
Het is zeker, dat door het toetreden van Nederland tot de E.E.G. de ko-
mende 3 jaar het prijspeil nog verder zal stijgen op verschillende punten.
De kolenprijs is er een afschrikwekkend voorbeeld van. Wat zal een even-
tuele stijging van de kolenprijs in 1963 nog voor tegenvaller brengen bij
de nutsbedrijven? Er staat een memoriepost op de begroting voor subsidie
Minervatheater. Dit is wel juist, maar niemand kan verhelen, dat hier een
flinke tegenvaller kan zitten.
Het wijzen op meevallers alleen is al niet juist. En de zin wordt daaraan
wel ontnomen, als men er al voorwaardelijk over beschikt ten behoeve van
een m.i. te laag geraamde post. Wij moeten dus onze vrijheid beter ge-
bruiken en de post „onvoorziene uitgaven" hoger ramen om een juist
beeld te krijgen. Gezien de ervaring over het aflopend jaar minstens op
100.000,Men behoeft dan ook niet in de zomer al met begrotings-
wijzigingen te komen om deze post aan te vullen. En het gaat hier om een
zeer reëele, niet het moet gezegd om een post, waaruit de raad toch
maar wat luxe put, zoals weleens door een goegemeente wordt gedacht.
Terecht betogen burgemeester en wethouders, dat vooralsnog wat mee-
vallende overschotten noodzakelijk zijn om de te zeer geslonken reserves
der gemeente aan te vullen. Die liggen bepaald te laag voor kwade jaren.
A1 mag de regering een bepaalde reserve van de gemeenten uit 1949 het
karakter bestemmingsreserve hebben gegeven voor de conjunctuur, wij
moeten daar niet aan meedoen; dat is regeringszaak. Bestemmingsreser-
ves hebben weinig zin. Als de nood aan de man komt verdwijnen zij. Ge-
tuige de activering van het in het zuiveringsbedrijf gestoken kapitaal