274
13 december 1962.
5vdAhet 3.1s juist zou kunnen nnnnemen ci<it. de V.V.D. in hi<11' verkie-
zing*sprogram zegt, dat zij de openbare school als een algemene school
v°or iedereen wil houden, zodat zij dus niet in één bepaalde richting wordt
getrokken. Spreker dacht, dat beide partijen dit met elkaar eens waren.
Spreker ziet niet in, dat zijn partij niet op gevaren mag wijzen die er ten
aanzien van de openbare school geweest zijn en nog zijn. De openbare
school ontleent haar kracht aan het feit, dat het een school is voor allen
Wanneer er door verschillende ouders wordt gezegd: „ja, maar op een
gegeven moment wordt mijn kind daar in een bepaalde richting beïn-
vloed dan zeggen wij nee, wij strijden voor een algemene school. Daar
steekt niets in wat onjuist is. Dit was een volkomen correcte politieke pro-
paganda en spreker kan niet inzien, dat hij daarover op een of andere
wijze iets moet horen.
Spreker kan de heer Verkouw altijd appreciëren, dat weet de heer Ver-
kouw wel, en als raadslid heeft spreker een allerplezierigst contact met
de heer Verkouw. De heer Verkouw is thans fractievoorzitter geworden en
spreker zal in de komende jaren wel meer met hem de degens kruisen.
Spreker zou alleen de heer Verkouw willen vragen toch meer te zoeken
naar de positieve punten inplaats van, zoals de heer Verhoeven het uit-
drukte, het uitdelen van een lik naar alle kanten. Dat laatste is natuurlijk
vrij eenvoudig. Spreker kan het, dacht hij, ook wel. Spreker wil het ook
wel doen, maar het is zo nutteloos. Als de heer Verkouw praat over de
vrijheid van de V.V.D. dan kan men daar lang over doorpraten en spreker
kan over de P.v.d.A. ook een heleboel dingen zeggen, maar daar komt men
met verder mee. Spreker meent, dat men in de gemeentepolitiek moet
zoeken naar de punten waarin men het met elkaar eens kan zijn. Als de
heer Verkouw zegt, dat hij op deze wijze graag wil doorgaan, goed, dan
gaan we elkaar allerlei lelijks zeggen. Dat is bepaald niet moeilijk, maar
spreker kan niet inzien, dat het enig nut zal afwerpen.
De heer Verkouw herinnert er aan, dat de heer van Wijk tijdens het
afscheidsdiner van wethouder Van Lent heeft gezegd, dat hij zich altijd zo
kostelijk amuseert als bij de algemene beschouwingen de politieke par-
üjen elkaar af en toe eens in de haren vliegen. Spreker meent, dat hij dan
vanavond wel aan zijn trek is gekomen. Spreker zal hem echter niet te-
veel verwennen.
De voorzitter heeft gezegd, dat hij in deze vergadering niet over de
verdeling van de wethoudersportefeuilles zal spreken. Spreker was dat bij
voorbaat al met de burgemeester eens, want spreker heeft in eerste in-
stantie gezegd: ,,Nu wij gezegd hebben, wat wij meenden, dat er over
gezegd moest worden, kunnen wij er over zwijgen." Van de zijde van zijn
fractie zal men daarover niets meer horen.
Het heeft zijn fractie verheugd te vernemen, dat de rijksgoedkeuring
voor de bouw van de zwemvijver binnenkort zal afkomen. Het college
heeft er voor gewerkt maar ook verschillende raadsleden hebben daarvoor
achter de schermen hun best gedaan.
Wethouder Corver heeft, over de reserves sprekende, gezegd, dat de
heer Verkouw het op dit punt in hoofdzaak met hem eens is. Spreker was
het echter slechts ten dele met de heer Corver eens en dat heeft men ook
uit zijn betoog kunnen horen. Spreker is er n.l. niet tegen, dat een gedeel-
te van het overschot aangewend wordt voor reservering, maar een ander
deel zal toch ten goede moeten komen aan het thans levende geslacht.
Spreker wijst er op, dat, wanneer men voor een object leent, het thans
levende geslacht ook moet betalen, want de rente en aflossing van de le-
ning drukken onmiddellijk op de gewone dienst van de begroting. In het
laatste geval krijgt men echter een meer natuurlijke verdeling van de
kosten over de verschillende perioden.
Spreker heeft sterk de indruk, dat mevr. Cohen morgen nog iets over
het onderwijs zal willen zeggen.