280
13 deeember 1962.
dat zij met volledige activiteit haar portefeuille zal beheren.
De voorzitter antwoordt, dat, wat de behandeling van de begroting
betreft, zowel de heer Pliester als de heer Rutgers hebben geattendeerd
op het feit, dat dit niet overhaast mag geschieden. Het is altijd het stre-
ven van het college geweest en dat moet het blijven, de begroting vast-
gesteld te krijgen vöör het jaar waarvoor zij bestemd is. Uit het schema
voor de behandeling van de begroting 1963 blijkt, dat de concept-begro-
tmg op 10 september in handen is gesteld van de leden van het college, die
tot 26 september gelegenheid hebben gehad deze te bestuderen. Eerder
dan september is niet mogelijk in verband met vakanties. Op 25 oktober
is de begroting aan de raadsleden toegezonden, waarna de behandeling in
de raad tussen 13 en 20 december is gepland. Dat is niet anders mogelijk.
De raad kan het volgend jaar precies hetzelfde verwachten.
De heer Verhoeven vindt het geen halsmisdaad als de begroting begin
januari zou worden behandeld. Dan zouden de raadsleden voldoende gele-
genheid voor bestudering van de begroting hebben.
De heer Zegwaart wijst er op, dat vanuit de raad herhaaldelijk is aan-
gedrongen om de begroting vôôr het jaar waarvoor zij geldt, te behande-
len.
De voorzitter zegt, dat volgens de mening van burgemeester en wet-
houders het schema van behandeling" moet blijven zoals het nu is.
Het idee van de heer Pliester om bij de behandeling in de afdelingen
enig debat mogelijk te maken, zodat verschillende vragen kunnen worden
geëlimineerd, zou spreker wel willen overwegen.
Ten aanzien van de zwemvijvers heeft de heer Rutgers gezegd, dat
spreker heeft geboft. Dat is misschien waar, Het getal 13 heeft altijd een
grote rol in sprekers leven gespeeld. Het is vandaag de 13e december en
de 13e raadsvergadering van dit jaar waarin spreker mededeling kon doen
van de verleende rijksgoedkeuring voor de zwemvijver. Voorts heeft de
heer Rutgers gezegd, dat hij op dit punt meer activiteit van het college
had verwacht. Spreker wil er dan op wijzen, dat het plan 3 maanden als
eerste op een stapel van 45 plannen heeft gelegen en een plan komt niet
vanzelf zo gunstig te liggen. Door meerdere activiteit was geen beter
resultaat te bereiken.
Wethouder Oorver merkt op, dat de heer Verhoeven heeft gezegd, dat
hij het kan appreciëren, dat burgemeester en wethouders geen grote re-
serves willen opbouwen. In dit verband kan men er lang over praten wat
groot of klein is. Spreker zou het punt reserve willen laten rusten. Burge-
meester en wethouders zullen trachten hierin een juist beleid te voeren
De heer Verhoeven heeft gezegd, dat hij vond dat het nageslacht ook
zijn deel in de kosten van de zwemvijver moest bijdragen. Dat zal ook wel
het geval zijn en spreker gelooft dat men het daar wel eens over kan zijn
e heer Pliester heeft weer gesproken over het verlenen van bijstand
van de zijde van burgemeester en wethouders voor het verkrijgen van
urgentieverklaringen voor de bouw van scholen. Spreker wil dat nog wel
eens bekijken. De taakverdeling is altijd zo geweest, dat de wethouder
van onderwijs de urgentieverklaringen voor het openbaar onderwijs ver-
zorgde en de schoolbesturen de urgentieverklaringen van hun eigen scho-
len. Als het zo is, dat de hulp van het gemeentebestuur echt nodig is om
een urgentieverklaring te verkrijgen, zal spreker echt niet achterblijven
om daaraan zijn medewerking te verlenen. In de onderwijscommissie kan
daar nog over gesproken worden.
Wethouder Mr. Van Wijk antwoordt, dat bij de beschouwingen over de
prestatiebeloning en werkclassificatie weer is aangedrongen om alsnog
een ander bureau dan het bureau personeelsbeheer van de V.N.G. in te