294
14 december 1962.
ook met hem eens zijn. Spreker gelooft wel, dat van de hoofden van dien-
sten verlangd mag worden, dat de voorzieningsbedrijven, commercieel
gezien, op een gezonde basis staan en dat daarom in de kostprijs van de
te leveren produkten de kosten voor de instandhouding en eventuele ex-
pansie van de onderneming en wat dies meer zij worden ingecalculeerd
k.r wordt ja gezegd. Maar wat wil men dan? Spreker dacht, dat de heer
Van der Hulst een principiële vraag opwierp door te stellen, dat in de
toekomst de te ramen winst aan de verbruikers ten goede moet komen.
Spreker meent, dat de raad zich er over moet uitspreken, dat de voor-
ziemngsbedrrjven economisch op een gezonde grondslag moeten staan
waarbij dus de tarieven aldus worden gecalculeerd, dat daarin ook de mid-
deien zitten voor mstandhouding en vernieuwing en voor eventuele expan-
sie van de bednjven.
h8er^ ^Vaart Zegtdat de stellin& die door de heer Brandsma
wordt verdedigd, zou opgaan als de overschotten van de bedrijven be-
stemd werden voor de bedrijven, maar ze gaan in de grote pot. Spreker
heeft daar geen bezwaar tegen en hij gelooft dat ook zijn fractie daar in
het aigemeen geen bezwaar tegen heeft. In het verleden heeft spreker
m de comrrussie voor de bedrijven gepleit voor gezinstarieven. In overleg
met de andere fracties, en daaraan hebben toen wijlen wethouder Dissel-
koen en doctor Brongersma fijn meegewerkt, zijn die tarieven tot stand
gekomen. Ais er bij de bedrijven een overschot is, kan dat worden aan-
gewend voor betere sociale tarieven. Spreker is het met 't betoog van zijn
fractievoorzitter ten deze niet eens.
De heer Scheer wil ter adstructie van het college en meer speciaal van
de wethouder opmerken, dat hij het met het gesprokene door de heer
Brandsma volkomen eens is. Spreker kan niet namens zijn fractie spre-
ken maar hij huidigt het standpunt, dat een gezonde winst uit de be-
drijven volkomen gerechtvaardigd is, ongeacht, om met de heer Zegwaart
S?r!kenI deze nu in de &rote pot komt of dat zij ten goede komt
aan het bedrrjf. Dat kan naar omstandigheden bekeken worden.
De heer Verhoeven zegt, dat als de heer Brandsma wat langer in deze
raad had gezeten, hij gehoord zou hebben, dat spreker geen voorstan-
1S van een oneconomisch geleid bedrijf, integendeel. Spreker is er dus
voor dat het bedrijf alles wat nodig is voor zijn instandhouding als kosten
erekent. Dat îs in het verleden wel eens achterwege moeten blijven.
Met name het gasbedrijf is door de voorgaande wethouder van de bedrij-
ven m een desolate toestand overgenomen, niet door schuld van zijn voor-
ganger, maar eenvoudig omdat het niet mogelijk was in die tijd het be-
njf behoorlijk in stand te houden. Men moet goed begrijpen, dat spreker
pas van overschotten wil spreken nadat al het mogelijke gedaan is om die
bedrijven goed te laten functioneren. Er is nog niet één jaar geweest
waarm de opbrengsten van de bedrijven niet belangrijk hoger waren dan
evoren geraamd. Dat komt eenvoudig door de toename van het gebruik
en ook door de tarieven die we berekenen. Spreker gelooft, dat, ais we op
die manier blijven doorgaan, ook nu weer de winsten van de bedrijven
oger zullen zijn dan geraamd. Ten aanzien van de kostprijs der produkten
weet spreker heel best, dat deze afhankelijk is van het contract met Haar-
lem. Spreker gelooft, dat na afloop van dat contract de prijzenpolitiek
wel degelijk moet worden herzien. Spreker neemt aan, dat de wethouder
dit ailes wel m zijn nota zal verwerken. Deze hoeft ons morgen niet voor
neus ,te hë"&en' als deze hele affaire maar eens in studie wordt genomen
en spreker gelooft ook, dat daarbij alle facetten die hier nu en in het
verleden zijn besproken, in ogenschouw moeten worden genomen.
Ir. Frets gelooft, dat de heer Brandsma één punt vergeten heeft nl de
versnelling van de verbetering van de straatveriichting en dat zal geld