304 14 december 1962. zegd, dat Groenendaal ons heilig is. Heilige bossen kennen we niet meer, dat is uit de heidense tijd, maar meer gesublimeerd in onze dagen is Groenendaal heilig in bepaald opzicht, omdat het bijdraagt om van Heem- stede een goede woongemeente te maken. Daargelaten dat geen boom zal kunnen worden omgehakt zonder dat men te maken krijgt, in de eerste plaats met het college van burgemeester en wethouders en de gemeente- raad. Bij de heer Frets bestaat de dwaling, dat delen van het uitbreidings- plan meer of min zouden zijn ingeblikt. Als er in de afgelopen jaren ooit iets goed in beweging is geweest, dan is dat wel de uitwerking van het uitbreidingsplan in hoofdzaak. Er is geen stuk grond in de gemeente, dat niet onder de loupe is genomen. Spreker noemt ,,Marienheuvel", ,,Over- bos", het stuk ten oosten van „Overbos", de geleerdenbuurt, de rivieren- buurt, Glip I, Glip IX, terrein ten noorden van de Zandvoortselaan, en langs de Cruquiusweg. A1 deze plannen zijn ten dele nog weer in herziening. Dat betekent een permanente aanpassing aan nieuwe situaties, aan een nieuwe kijk op de zaak, aan een nieuw soort bouw. Ten aanzien van de vraag of hoogbouw en laagbouw moet worden toe- gepast, zegt spreker, dat over het algemeen de opvatting bestaat, dat hoogbouw geen soelaas geeft met betrekking tot het aantal inwoners dat men kan huisvesten. Hoogstens wat geconcentreerder, maar dat brengt de noodzaak met zich mee, om niet teveel concentraties bij elkaar te plaat- sen, dus meer ruimte tussen de concentraties te houden. Het resultaat is, dat het ongeveer allemaal op hetzelfde neerkomt. Elke gemeente zal er- gens grenzen hebben wat betreft het aantal inwoners dat kan worden ge- huisvest. Er is niet meer ruimte dan er is. Die ruimte zal goed benut moeten worden maar men kan niet zeggen, dat er altijd nog wel meer bij kan, want dan blijft het geen woongemeente zoals het altijd geweest is. Bij het herzien van de uitbreidingsplannen in onderdelen doet zich ook weer de vraag voor van de vestiging van industrie. Daar is gisteren al even over gesproken. Wat kan moet gebeuren. Er moet ook een zekere uit- loop worden gegeven aan de bestaande industrie en dat gebeurt tot op he- den naar de mening van burgemeester en wethouders ook. De heer Frets heeft gesproken over een optimale bewoning. Spreker ge- looft niet dat we daarheen moeten. Wel naar een optimale goede bewo- ning. Uit sprekers woorden zal men begrepen hebben, dat burgemeester en wethouders dus menen, dat hier ruimte moet blijven en groen. Burge- meester en wethouders is de schrik niet om het hart geslagen, integen- deel. Zij menen dat de lijn die destijds is opgenomen, moet worden voort- gezet en dat ook diegenen die medezeggenschap in deze hebben, deze zelfde lijn moeten volgen. Een gemeente als Bloemendaal zal hetzelfde moeten doen. Het zou jammer zijn als zo'n gemeente werd volgebouwd, daar- gelaten dat wij daar niets over te zeggen hebben, maar wel weer Gedepu- teerde Staten en de Provinciale Staten middels het streekplan. Als Zand- voort meent dit anders te moeten doen, dan moet Zandvoort dat weten. Dat is een heel andersoortige gemeente; een gemeente met een heel an- dere taak in de recreatie, waarbij misschien bewoning of tijdelijke bewo- ning van zeer groot belang is. De heer Frets heeft ook gewezen op het stuk grond tussen Overbos en Blekersvaart. De bestaande toestand is misschien op grond van oude si- tuaties zo kunnen worden, maar dit terrein is in een herziening betrokken. Spreker kan wel haast verzekeren, dat daarvoor een zodanige herziening zal worden ontworpen, dat aan verdere plannen met die grond paal en perk wordt gesteld. Dat er een kolenopslagplaats behorende bij een in- dustrie, gedeeltelijk op de Koediefslaan staat is jammer, maar op het mo- ment heeft men daar het recht toe. Burgemeester en wethouders probe- ren altijd, ook al wordt een uitbreidingsplan gewijzigd, het bestaande zijn kansen te laten en zo weinig mogelijk weg te werken. Het zal alles op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1962 | | pagina 22