312
14 december 1962.
legd. Mevr. Cohen pleit sterk voor het veilig kunnen oversteken door de
vrij langzame voetgangers bij het punt Olijftak. Spreekster zou een zebra
daar levensgevaarlijk vinden omdat het punt zeer dicht bij een bocht iigt,
zodat de automobilisten zo nodig niet op tijd kunnen stoppen. Haars in-
ziens moet elke zebra beveiligd zijn met een knipperbol, zoals in de ge-
meente Bloemendaal gebeurt, omdat anders, wanneer het donker is of
de wegen nat en glad zijn, een zebra gevaarlijk is. Spreekster is erg blij,
dat burgemeester en wethouders toegezegd hebben, dat er bij de zebra
bij het station een knipperlicht zal komen. Dit vindt zij wel het gevaar-
lijkste punt in de gemeente.
De heer Van der Hulst zegt, dat de zebra aan de Delftlaan in Haarlem
oorspronkelijk was aangeduid met de driehoek en de overstekende voet-
ganger. Deze aanwijzing bleek beslist onvoldoende. Sinds kort zijn daar
midden op de vluchtheuvels zeer duidelijke aanduidingen gekomen die
stellig navolging verdienen. Misschien is het mogelijk om deze eens te
bezien.
De Voorzitter: „Dat zal gebeuren."
Punt 38
Ir. Enschede wil er graag zijn erkentelijkheid over uitspreken, dat de
in deze vraag bedoelde verzekeringen herzien zullen worden.
Punt 40
Mr. Pliester merkt op, dat sinds kort het bureau van de B.B. van het
Oude Slot is overgebracht naar een lokaal onder het raadhuis. Spreker
vraagt of dat tijdelijk is.
De Voorzitter antwoordt, dat het de bedoeling is de post van de B.B. in
het Oude Slot op te heffen. Dat is eigenlijk al gebeurd. Voorts is het
nodig om onder het raadhuis een commandopost van de B.B., voor zeer
spannende tijden, in orde te hebben. Uit de inrichting daarvan vloeien
enkele kieine uitgaven voort, waarvoor binnenkort een krediet zal worden
gevraagd.
Punt 42
Mevr. Vriesendorp is erg blij met het antwoord van burgemeester en
wethouders. Spreekster weet, dat mevr. de wethouder zeer actief is op
dit gebied. Het antwoord van burgemeester en wethouders is ook veel
positiever dan spreekster in de vorige begrotingsvergadering ten aanzien
van dit punt heeft gekregen. Burgemeester en wethouders schrijven o.a.,
dat de verzorging van het gebit dient te geschieden vöôr de kleuters naar
school gaan en dat gezocht wordt naar een mogelijkheid deze verzorging
door de kruisverenigingen te doen organiseren. Spreekster is bij het overleg
dat dienaangaande is gepleegd, tegenwoordig geweest. Eerlijk gezegd
ziet spreekster het nut daarvan niet erg in, zoals mevr. van der Meulen
ook weet. Ook de Kruisverenigingen hebben dat naar voren gebracht.
Spreekster weet uit ervaring, dat de gebitten van de kleuters die op de
consultatiebureaus komen, vrij goed worden verzorgd. Het gaat dus eigen-
lijk om de kinderen die daar niet komen, de kinderen dus die eigenlijk
nergens komen, ook niet bij de particuliere tandarts. Hoe men deze peu-
ters van 2-4 jaar moet bereiken, ziet spreekster nog niet. Dat moet nog
nader bekeken worden. In ieder geval is zij al heel blij, dat er misschien
een mogelijkheid bestaat om voor de kleuters iets te gaan doen. Spreek-
ster gelooft, dat het antwoord op de vraag, waarom het aantal kinderen
van niet-verzekerde ouders dat deelneemt aan de schooitandverzorging,